Veel mensen klagen tegenwoordig dat ze zichzelf omringd zien door kwaadaardige duistere gestalten die hen bedreigen en beangstigen en dergelijke. Dit is een fenomeen dat tegenwoordig veel mensen treft en waarvan de meesten helemaal niet weten wat dit is. In veel gevallen ligt het nu zo: Dit zijn de eigen impulsen, begeerten en hartstochten die in de mens leven, namelijk in wat we het astrale lichaam noemen.
Gewoonlijk ziet de mens zijn eigen hartstochten niet, maar door bepaalde processen in de ziel en in de hersenen kan het voorkomen dat ze voor hem zichtbaar worden; alleen dan verschijnen ze hem als in spiegelbeeld. Zoals iemand die in de spiegel kijkt en de voorwerpen om zich heen ziet, ziet hij om zich heen de spiegelbeelden van zijn eigen driften enzovoort.
Alles wat van hem uitstroomt, ziet hij dan op zichzelf toestromen. Een ander fenomeen is dat tijd en gebeurtenissen omgekeerd gaan. Bijvoorbeeld, in de fysieke wereld zien we eerst de kip en dan het ei. In het astrale ziet men omgekeerd eerst het ei en dan de kip die het ei gelegd heeft. In het astrale beweegt de tijd zich terug; eerst ziet men de uitwerking en dan de oorzaak. Vandaar de profetische blik; niemand kan toekomstige gebeurtenissen vooruitzien zonder dit in teruggaande richting gaan van gebeurtenissen in de tijd.
Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Vor dem Tore der Theosophie – Stuttgart, 23 augustus 1906 (bladzijde 21-22)
Zoals ik mij een ander citaat herinner, zijn er in de geestelijke wereld “ net als hier duistere figuren rondlopen “ deze ook de geestelijke wereld vertegenwoordigt, dat men sterk moet zijn, om deze aan te kunnen.
Niemand of iets
Is krachtiger
dan mijn innerlijke zelf
tenzij ik het weggeef.
Zouden de , “Man in black”, hier ook niet toe behoren , ik denk van wel .
Als Ahriman tegenover je staat, en je hebt het nieuwe testament bij je, en je vraagt aan hem of hij dat boek even vast wil houden, gaat hem dat dan lukken? Ik denk van niet.
Wees alsjeblieft voorzichtig met het letterlijk interpreteren of raden naar wat Steiner bedoeld heeft. Hij vond het sowieso altijd al moeilijk om in aardse bewoordingen aan te geven wat hij in de geestelijke wereld waarneemt.