Alles ontstaat vanzelf, niet zo’n slimme gedachte  

Wat de uiterlijke fysieke wetenschap tegenwoordig weet over de bouw van de schedel, de hersenen, is veel, zo veel dat er nogal wat mensen zijn voor wie het te veel is om het te weten. Maar als men met deze kennis van de materiële wetenschap zou willen nagaan hoe de schedel met de hersenen, deze wonderbaarlijke structuur, tot in de kleinste delen zou moeten worden gevormd, dan zou er met deze wetenschap zeer weinig van terecht komen om het werkelijk te vormen! Dit is toch een belangrijk geheim. Met dit geheim zijn een bepaald soort mensen snel klaar door te zeggen: Wat er met mensen gebeurt in de opeenvolgende generaties, dat gaat helemaal vanzelf. Dat zo’n menselijk hoofd zich vormt in het lichaam van de moeder, dat gaat dus helemaal van nature.

Het is begrijpelijk dat mensen dat zeggen, maar hoe slim dit is wil ik door een vergelijking duidelijk maken. We kunnen hypothetisch aannemen dat er wezens in München zijn die veel zouden kunnen zien, maar juist niet de mens, noch de mens in zijn activiteit zouden kunnen zien. Het zou toch denkbaar zijn dat zulke wezens München bevolken die de mens en zijn activiteiten niet konden zien.

Dergelijke wezens, die de mens en zijn werkzaamheden niet zouden kunnen zien, zouden bijvoorbeeld wel horloges kunnen zien. Dus ze zouden zien dat er horloges zijn en hoe de horloges worden gemaakt, maar ze zouden niet de mens zien, de horlogemaker die het horloge monteert. Ze zien niet de handen die de afzonderlijke onderdelen samenvoegen, ze zien alleen hoe het horloge wordt gevormd uit de afzonderlijke onderdelen. Ze zouden misschien nog wel de verschillende pincetten en tangen enzovoort zien, waarmee de onderdelen worden aangevat, maar voor hen worden als het ware vanuit de lucht de afzonderlijke onderdelen van het horloge samengevoegd. Wat zouden deze wezens dan voor gedachte over het horloge hebben? Ze zouden niet zeggen: er zijn horlogemakers in München -, dat zouden ze helemaal ontkennen. Ze zouden zeggen: Oh, het is een vreselijk bijgeloof om aan te nemen dat er horlogemakers zijn, want de horloges ontstaan geheel vanzelf, men ziet immers hoe ze zich vanzelf samenvoegen. 

Net zoals deze wezens zouden oordelen, zo oordelen de mensen die aannemen dat wat zich nu geleidelijk op het fysieke gebied vormt, vanzelf ontstaat. Alles wat hier ontstaat, komt voort uit de werkzaamheden van de spirituele wezens van de hogere hiërarchieën. Waarachtig niet alleen door de interactie van vader en moeder en door wat zich dan in het lichaam van de moeder ontwikkelt, vormt de mens zich ‘vanzelf’, maar de hele wereld werkt erin, hier is de hele kosmos met de wezens van de hogere hiërarchieën bij betrokken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 174a – Mitteleuropa zwischen Ost und West – Kosmische und menschliche Geschichte – Sechster  Band – München, 20 maart 1916 (bladzijde 138,139,140)

horlogemaker-hersteller

Eerder geplaatst op 13 mei 2020

3 gedachtes over “Alles ontstaat vanzelf, niet zo’n slimme gedachte  

  1. Bernard

    Een treffende vergelijking vind ik het niet, met die niet zichtbare horlogemakers. Mensenlichamen en horloges bestaan uit fysieke realiteit. Een kritiek persoon die dit leest zou daarmee de antroposofie ook als onzin kunnen bestempelen.
    Hoe meer bewustzijn de mensheid ontwikkelt, hoe meer besef er ontstaat m.b.t. de beperkte essentie van de fysieke realiteit. Het kan zich enorm veranderen en opgaan in of samensmelten met andere elementen, maar de krachtwerking blijft fysiek, hoe onzichtbaar vaak ook en kan volgens wetmatigheden worden gemanipuleerd.
    Dat betekent dat er een realiteit moet zijn die daar doorheen werkzaam is als je bijvoorbeeld kijkt naar de intentie en de gevolgen van het menselijk handelen, naar wat bijv. sympathie is, vertrouwen, wilsrichting, liefde. Of afkeer, het waarom om bepaalde dingen wel of niet te doen en hoe dat je leven vorm geeft zodat je je er wel of niet bij thuisvoelt. Je dringt als het ware met je innerlijk gevoel door de realiteit heen en je beseft: dit hoort bij mij, dit klopt.
    Zo ontstaat bijvoorbeeld het besef van karma en de daaraan ten grondslag liggende realiteit, waar de wetmatigheden van de fysieke realiteit niets mee van doen hebben.

    1. Arjan

      Ik vind het juist een goede vergelijking, die ik zelf ook wel zou kunnen gebruiken bij het spreken over geestelijke realiteiten. Je kan aannemen dat iets, zoals in dit voorbeeld de mens, uit het niets ontstaat of dat dit is ontstaan vanuit de werkzaamheid vanuit de geestelijke wereld.

    2. Haike

      Hij heeft het er ook over dat die horlogemakers niet zichtbaar zijn voor die wezens, hij heeft het er niet over dat die horlogemakers voor de mensen niet zichtbaar zijn….

Geef een reactie op Bernard Reactie annuleren