Sterrenwerelden

We weten, want ik heb hier al  vaak de aandacht op deze dingen gevestigd, hoe de mens, wanneer hij door de poort van de dood is gegaan, de sterrenwerelden binnengaat. Wat we uiterlijk in fysieke zin sterren noemen, is slechts het uiterlijke teken voor spirituele werelden die naar ons neerkijken, die echter overal bij de daden in de mensheidsontwikkeling meewerken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 238 – Esoterische  Betrachtungen  karmischer  Zusammenhänge – Dornach, 28 september 1924 ( bladzijde 168) 

Dit was de allerlaatste voordracht van Steiner, daarna heeft hij zich uitgeput en ziek te bedde begeven en is daar tot zijn dood op 30 maart 1925 gebleven.

Schermafbeelding-2020-08-25-om-15.34.26

Eerder geplaatst op 18 april 2020  (3 reacties)

Egoïstische liefde moet er ook zijn

De liefde, waarbij de oorzaak van de liefde niet bij de liefhebbende ligt, maar bij de geliefde, dat is de soort, de vorm van liefde in de zintuiglijke wereld die absoluut onvatbaar is voor enige Luciferische invloed. Maar als u nu naar het menselijk leven kijkt, zult u snel zien dat er ook een ander soort liefde in het menselijk leven speelt, de liefde waarbij men liefheeft omdat men zelf bepaalde eigenschappen heeft die zich bevredigd, verrukt, verheugd voelen als men van dit of dat wezen kan houden. Dan heeft men lief om zichzelf; men heeft dan lief omdat men zo of zo geaard is, en deze specifieke aard bevrediging voelt door het liefhebben van het andere wezen.

Ziet u, deze liefde, die een egoïstische liefde zou kunnen worden genoemd, moet er ook zijn. Deze mag in de mensheid niet ontbreken. Omdat alles wat we kunnen liefhebben in de geestelijke wereld, de geestelijke feiten, alles wat in ons kan door liefde als verlangen, als een drang omhoog in de geestelijke wereld kan leven om de wezens van de spirituele wereld te bevatten, de geestelijke wereld te kennen: het ontspringt natuurlijk ook vanuit de zintuiglijke liefde voor de geestelijke wereld. Maar deze liefde voor het geestelijke, die moet, niet alleen maar mag, maar moet noodzakelijkerwijs omwille van onszelf gebeuren. We zijn wezens die hun wortels hebben in de geestelijke wereld.

Het is onze plicht om onszelf zo volmaakt mogelijk te maken. Omwille van onszelf moeten we de geestelijke wereld liefhebben, zodat we vanuit de geestelijke wereld zoveel mogelijk kracht in ons eigen wezen kunnen brengen. In de geestelijke liefde is dit persoonlijke, individuele element, men zou kunnen zeggen, dit egoïstische element van liefde, volledig gerechtvaardigd, omdat het de mens uit de zintuiglijke wereld wegtrekt, het leidt hem omhoog in de geestelijke wereld, het leidt hem ertoe de noodzakelijke plicht te vervullen om zich steeds volkomener en volkomener te maken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 147 – Die  Geheimnisse  der  Schwelle – München, 25 augustus 1913 (bladzijde 39-40)

5bab6d3770d0f

Eerder geplaatst op 9 april 2020  (5 reacties)

Vermoeidheid / Concentratie / Meditatie

Een gezonde staat van vermoeidheid hoeft ons er niet van te weerhouden met grote wilsinspanning de concentratie en meditatie uit te voeren. Integendeel. De natuur neemt ons dan een deel van de taak af, omdat ze dan de externe zintuiglijke organen afstompt en hun ontvankelijkheid voor de zintuiglijke wereld vermindert. Het doel is immers zonder fysieke ogen te zien, zonder fysieke oren te horen, zonder fysieke hersenen te denken. Juist als we moe zijn kunnen we ons wezen verlichten en verwarmen met de heldere gedachten van de meditatie.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266b – Aus  den  Inhalten der  esoterischen  Stunden – Gedächtnisaufzeichnung- en von Teilnehmern – Band  II: 1910  – 1912 – Keulen, 9 mei 1912 (bladzijde 371)

rudolf-steiner-german-austrian-philosopher-260nw-1663000651

Eerder geplaatst op 6 april 2020  (5 reacties)

Zichtbare wereld / Onzichtbare wereld

Zoals er geen leven in de gewone zin mogelijk is zonder de dood, zo is geen werkelijk begrip van de zichtbare wereld mogelijk zonder inzicht in het bovenzinnelijke. Alle kennis van het zichtbare moet steeds weer in het onzichtbare onderduiken om zich te kunnen ontwikkelen. Zo wordt duidelijk dat de kennis van de openbare werkelijkheid pas leven krijgt door de wetenschap van het bovenzinnelijke; deze verzwakt het leven nooit wanneer ze in haar ware gestalte opduikt; ze versterkt het en maakt het steeds weer fris en gezond, wanneer het, op zichzelf aangewezen, zwak en ziek is geworden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 13 – DIE GEHEIMWISSENSCHAFT IM UMRISS (bladzijde 81-82)

Nederlandstalige bron: De wetenschap van de geheimen der ziel / Slaap en dood (blz. 48)

Vertaald door Wijnand Mees

Rudolf Steiner / Werken en voordrachten

© 1998 Stichting Rudolf Steiner Vertalingen

Tweede druk 2004 / Derde druk 2011 / Vierde druk 2019

748x1200

In plaats van het principe: ‘Ik geloof’ moet komen: ’Ik geloof wat ik weet.’

Werkelijke spirituele ideeën zijn de voeding van de ziel. Alleen deze houden de menselijke ziel in stand. Het zou voor zielen de dood zijn als ze niet konden leven in ideeën die niet uit de fysieke wereld zijn gehaald. In het verleden waren dit de geloofsovertuigingen. Deze cyclus is in de mensheid afgelopen en we leven nu in een tijd waarin mensen op het fysieke niveau steeds minder de mogelijkheid zullen hebben om op te nemen wat alleen hun gemoed, hun geloof aanspreekt. 

Men kan dit geloof enige tijd vasthouden, het als het ware bewaren, maar het niet langer in stand houden voor de toekomst. In plaats van het principe: ‘Ik geloof’ moet komen: ’Ik geloof wat ik weet.’ De mensen zullen het gevoel hebben dat dit principe moet gelden. Anders verliest men alle mogelijkheid om nog iets te weten over het leven tussen de dood en een nieuwe geboorte. Mensen zouden in de volgende incarnatie in erbarmelijke omstandigheden terugkomen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 154 – Wie  erwirbt  man  sich  Verständnis für  die  geistige  Welt? – Praag, 17 april 1914 (bladzijde 128)

rudolf-steiner-portrait

Eerder geplaatst op 24 maart 2020  (14 reacties)