Voortdurende verandering

Een mens die u vandaag hebt gezien, zult u morgen of overmorgen of zelfs na jaren nog herkennen, doordat zijn uiterlijke verschijning bestaan is gebleven. Net zo is dat het geval bij het dier, bij de plant, bij het mineraal. Dat is echter geheel niet het geval bij de wezens die alleen op het onstoffelijk gebied (Duits: astralischen Plan) belichaamd zijn. Die hebben voortdurend een wisselende gestalte, een vorm die bij veel wezens op elk moment een andere wordt; want de gestalte die op het astrale plan waargenomen wordt, is een nauwkeurige afdruk van de innerlijke zielservaringen en zielsactiviteiten van deze wezens.

Denkt u zich eens in, dat u uw ziel beschouwt in de morgen als u net een verheugende brief hebt ontvangen, en het prettige bericht u vervuld heeft met vreugde en plezier, en dit gevoel in uw ziel leeft, en stelt u zich nu voor hoe uw uiterlijke verschijning iedere keer overeenkomend met het zielenleven verandert, hoe anders deze beelden eruit zouden zien in de middag, als u bijvoorbeeld een overlijdensbericht ontvangt, of op het moment dat woede en angst door u heen trekken. Als dan iedere keer uw uiterlijke vorm veranderd zou worden en dit tot uitdrukking zou brengen wat er in de ziel gaande is, dan zou u een beeld hebben van wat er op het astrale vlak gebeurt. Vandaar dus het verwarrende, het wegglippende en zich voortdurende veranderende van de vormen van de astrale wezens.

Bron: Rudolf Steiner – GA 108 – Die Beantwortung von Welt- und Lebensfragen durch Anthroposophie – Wenen, 21 november 1908 (bladzijde 16)

Eerder geplaatst op 5 december 2013

Plaats een reactie