Met betrekking tot de menselijke kennis van de tegenwoordige tijd moet men zeggen, dat ze eigenlijk zo verkregen is alsof men een horloge zou willen leren begrijpen, dat men alleen van de buitenkant bekijkt. Men kan leren hoe de tijd wordt aangegeven aan de hand van dit horloge, men kan ook leren kennen of het van goud of zilver is, maar men kan daardoor echter niet horlogemaker worden. Nu, ook datgene wat wij tegenwoordig biologie, fysiologie, anatomie noemen, is toch slechts een beschouwing van de mens van de buitenkant. Een werkelijk doorzien van de menselijke natuur ontstaat pas dan, als de mens naar lichaam, ziel en geest wordt beschouwd. Pas een dergelijke kennis naar lichaam, ziel en geest geeft de mogelijkheid de mensen ook op overeenkomstige wijze te behandelen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 303 – Die gesunde Entwickelung des Menschenwesens -Eine Einführung in die anthroposophische Pädagogik und Didaktik – Dornach, 2 januari 1922 (bladzijde 199)
WF Hermans had het (spottend) over God als horlogemaker, mogelijk een beeld dat velen in Steiners tijd al positief gebruikten…?
De bekende gedrags- en evolutiebioloog Richard Dawkins gaat met zijn geschriften op expliciete wijze een forse stap verder dan Hermans, Roelof Jan. Neem bijvoorbeeld zijn boek De blinde horlogemaker (1986). Hier een televisiedocumentaire naar dat boek:
Dank je, John, daarmee kom ik op het antwoord op mijn vraag: Paley in 1802 lanceerde dat beeld, wat door Darwin c.s. werd doorgegeven.
Uit Wikipedia:
De blinde horlogemaker (originele titel: The Blind Watchmaker) is een boek uit 1986 van de Britse evolutiebioloog Richard Dawkins waarin hij argumenten aanvoert voor evolutie gestuurd door natuurlijke selectie. Hij geeft ook tegenargumenten voor geuite kritiek op zijn vorige boek The Selfish Gene. ‘The Blind Watchmaker’ is ook de titel van een televisiedocumentaire gebaseerd op dit boek.
Overzicht[bewerken]
De titel van het boek verwijst naar de analogie van de horlogemaker die uiteengezet werd door William Paley in zijn boek Natural Theology (1802). Paley beargumenteerde, meer dan vijftig jaar voordat Charles Darwin zijn Over de oorsprong der soorten publiceerde, dat de complexiteit van organismen bewijs is voor het bestaan van een goddelijke schepper, net zoals een horloge bewijs is voor een intelligente horlogemaker. Dawkins bespreekt de verschillen tussen menselijk ontwerp en de wijze waarop evolutionaire mechanismen werken. Hij vergelijkt deze mechanismen met een blinde horlogemaker die zonder enig inzicht of planning het horloge ‘schept’.
Dawkins onderbouwt zijn standpunt door het verschil duidelijk te maken tussen de ontwikkeling van complexiteit door willekeurige mutaties en door cumulatieve selectie. Hierbij worden willekeurige mutaties door natuurlijke selectie geselecteerd waardoor het proces gestuurd wordt.
“Zo bezien vormde Darwins evolutietheorie juist geen radicale breuk met de natuurlijke theologie uit de voorgaande periode, zoals Dawkins stelt, maar was ze een logische volgende stap.”
http://www.geloofenwetenschap.nl/index.php/opinie/item/43-een-overbodige-horlogemaker.html