In de kracht die moet worden aangewend om het kwaad te overwinnen, ontwikkelt zich de kracht tot de hoogste volmaaktheid, deugdzaamheid (Duits: Heiligkeit). De akker moet bemest worden met de weerzinwekkende meststof, de mest moet eerst zogezegd als ferment in de akker groeien. Evenzo heeft de mensheid het ferment, de kiemstof nodig van de slechtheid en het kwaad om de hoogste staat van volmaaktheid te bereiken. Dat is de missie van het kwaad. De mens wordt sterk als hij zijn spieren moet inspannen; evenzo moet het goede, als het tot de hoogste volmaaktheid moet stijgen, eerst het hem tegenovergestelde kwaad overwinnen. Het kwaad heeft de taak de mensheid hoger te brengen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Vor dem Tore der Theosophie – Stuttgart, 29 augustus 1906 (bladzijde 78)
Eerder geplaatst op 19 maart 2012.