Over kennis en moraal

Het is toch in het gewone, dagelijkse leven in de fysieke wereld zo, dat tot de allereenvoudigste mensenziel, tot de meest ongeleerde mensenziel de morele impulsen met een grote zekerheid uit de diepte spreken kunnen. En zelfs menig zeer geleerd mens, zelfs menigeen die zich tot de filosofen rekent of een wetenschapper is, kan op moreel gebied beschaamd staan tegenover een eenvoudige persoonlijkheid, die met betrekking tot kennis zich niet veel heeft eigengemaakt, en die toch uit de diepten van zijn ziel in de moeilijkste situaties in staat is opofferende daden van echte mensenliefde te volbrengen. Het gewone, gebruikelijke weten, uiterlijke fysieke kennis, hoeft zeker niet naar de diepten te voeren, van waaruit de morele impulsen ontspringen, de impulsen waaruit de moraal gevestigd moet worden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 62 – Ergebnisse der Geistesforschung – Berlijn, 3 april 1913 (bladzijde 423)

Eerder geplaatst op 21 december 2014

Een gedachte over “Over kennis en moraal

  1. Tijdens mijn afgelopen reis zag ik een weeskind.
    Van kleins af aan opgevoed in de koranschool
    Zijn vrije dagen brengt hij door in het huis van de broer van zijn overleden moeder.
    Als de allerkleinste uit dat huishouden pijn had of iets van dien aard
    Was hij snel ter plekke om de kleine te troosten.
    De zoetheid van zijn uitstraling bracht de kleine snel tot rust.
    Na zo een dramatische jeugd.
    Bijna onopgemerkt met overgave volgde de kleine jongen 12/13 jaar, zijn gevoel.

    Het ziet er uit als innerlijke beschaving. Die nauwe band tussen Moraal en Liefde.
    Misschien is het trainbaar.
    Voor mijn gevoel komt al het proberen en oefenen pas in een volgende incarnatie tot uiting.

Plaats een reactie