Over pokken en vaccinatie (1 van 2)

Laten we eens aannemen dat een groot aantal mensen zich wegens liefdeloosheid tegenover andere mensen gedrongen zou voelen bepaalde infectiestoffen op te nemen en het slachtoffer te worden van een epidemie. Laten we verder aannemen dat we iets tegen die epidemie zouden kunnen doen. We zouden dan in zo’n geval de uiterlijke lichamelijkheid ervoor behoeden de liefdeloosheid tot uitdrukking te brengen, maar we zouden daarmee nog niet de innerlijke neiging tot liefdeloosheid hebben weggenomen. 

Nu kunnen we ons de zaak echter zo voorstellen dat we, als we het uiterlijke orgaan van de liefdeloosheid wegnemen, de verplichting op ons nemen zodanig op de ziel in te werken dat we de neiging tot liefdeloosheid ook uit de ziel wegnemen. Het orgaan van de liefdeloosheid wordt bij uitstek gedood –in lichamelijke zin –door de pokkeninenting. 

Nu blijkt uit het geesteswetenschappelijk onderzoek bijvoorbeeld het volgende. In een bepaalde cultuurperiode zijn de pokken opgetreden omdat toen de algemene neiging bestond om in verhoogde mate egoïsme, liefdeloosheid te ontwikkelen. Toen traden, ook in het uiterlijke organisme, de pokken op; dat is zo. Wij zijn in de antroposofie nu eenmaal verplicht de waarheid te zeggen.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 120 – Die  Offenbarungen des  Karma – Hamburg, 25 mei 1910 (blz. 169-170)

Nederlandse uitgave: Werkingen van het karma (blz. 178). Vertaald door Anton de Rijk en Hans Schenkels met een nawoord van Hans Peter van Manen. 

Stichting Rudolf Steiner Vertalingen. Tweede druk 2004

9789060385166_front