Gemakkelijk (1 van 2)

Men moet werkelijk eigenlijk maar weinig christelijke gezindheid  hebben als men het christendom interpreteert, zoals velen dat doen, die geloven zichzelf ware christenen te mogen noemen, en anderen, bijvoorbeeld antroposofische christenen, verketteren. Men moet dan niet veel christelijk gevoel hebben. Misschien kan het geoorloofd zijn om te vragen: Is het echt christelijk om te denken dat ik alles mag doen en dat Christus eigenlijk alleen maar in de wereld is gekomen om mij van dit alles te verlossen, om mij mijn zonden te vergeven, zodat ik met mijn karma, met mijn zonden niets meer te doen heb? Ik denk dat een ander woord meer van toepassing is op een dergelijke denkwijze dan het woord “christelijk”; misschien is het woord “gemakkelijk” beter dan het woord “christelijk”. Het zou wel gemakkelijk zijn als iemand alles, wat hij in in de wereld heeft misdaan, alleen maar zou hoeven te betreuren en alles daardoor voor zijn hele latere karma zou zijn weggenomen.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 155 – CHRISTUS UND DIE MENSCHLICHE SEELE – Norrköping, 15 juli 1914 (bladzijde 190)