Het is onzin om te spreken van geestesziekten, het gaat er altijd om dat de geest in zijn vermogen om zich te uiten door het lichamelijke organisme gestoord wordt, en nooit om een eigenlijke ziekte van het geestelijke of psychische leven zelf. Dat zijn allemaal slechts symptomen die daar optreden. Nu echter moet men zijn blik voor de concrete individuele symptomen scherpen. Nemen we aan dat er zich zoiets als een religieuze waanzin, of iets soortgelijks, ontwikkelt. Dan gaat het erom in elk geval een beeld te kunnen vormen van de hele ontwikkelingsloop van de symptomen.
Dan echter, als men zich dit beeld gevormd heeft, zal het nodig zijn bij een mens die dit beeld toont nauwkeurig te kijken naar eventuele afwijkingen in het longenproces, niet in het ademproces, maar in het longenformatieproces, in de stofwisseling van de longen. En belangrijker als al het andere is bij iemand die tot die vorm van waanzin neigt, waarbij de interesse voor het uiterlijke leven afsterft en de mens innerlijk gaat broeden en waanvoorstellingen heeft, dat men een voorstelling krijgt van de toestand van zijn longenprocessen. Dat is uiterst belangrijk.
Wordt vervolgd
Bron: Rudolf Steiner – GA 312 – Geisteswissenschaft und Medizin – Dornach, 2 april 1920 (bladzijde 257)
Eerder geplaatst op 4 januari 2012