Ontstemming

We zouden menig mens in zijn dertigste, veertigste, vijftigste jaar beter kunnen begrijpen, zouden kunnen weten, waarom hij deze of die aanleg heeft, waarom hij zich in dit of dat opzicht (Duits: in dieser oder jener Beziehung) zo diep onvoldaan voelt, zonder dat hij kan zeggen wat deze ontstemming oproept, wanneer we het leven van zo’n mens tot in de kinderjaren terug zouden kunnen volgen. We zouden dan een inzicht verkrijgen, hoe ouders, hoe de overige omgeving op het kind gewerkt hebben, wat er opgewekt is aan vreugde en verdriet, aan lust en smart, wat misschien totaal vergeten is, maar aan de gehele stemming van de mens werkt. Want wat uit ons bewustzijn naar omlaag rolt en onderin golft in de verborgen diepten van het zielenleven, dat werkt daar beneden verder.

Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Erfahrungen des Übersinnlichen/Die drei Wege der Seele zu Christus – München 25 februari 1912 (bladzijde 79-80)

Eerder geplaatst op 28 oktober 2014