Het juiste medicijn en de juiste vragen

Dat is juist bij de goede medicijnen zo belangrijk, dat de arts niet alleen weet: voor deze ziekte gebruik ik dit of dat, maar dat hij weet wat hij aan de individuele patiënt vragen moet. Dat is de grootste medische kunst, dat als een ziekte zich voordoet, men aan de patiënt de juiste vragen stelt, dat men hem tot op zekere hoogte kent. Dat is van zeer groot belang. Het is bijvoorbeeld merkwaardig dat men artsen treft die over een patiënt spreken en als men ze vraagt: Hoe oud is hij? – dat hebben ze hem helemaal niet gevraagd! Maar dat is immers zo belangrijk, dat men een vijftigjarige heel anders, wanneer ook met dezelfde middelen, moet behandelen dan een veertigjarige. Men moet dan niet alleen maar zo schematisch zijn dat men zegt: voor die en die ziekte is dat en dat middel goed. Het is een heel groot verschil of u iemand, die voortdurend met diarree rondloopt, met een middel wilt helpen, of dat u iemand wilt helpen, die voortdurend met verstopping rondloopt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 348 – Über Gesundheit und Krankheit – Dornach 27 december 1922 (bladzijde 169-170)

Eerder geplaatst op 14 oktober 2014