Minachting, antipathie, miskenning leiden tot verlamming en afsterven van het vermogen tot inzicht

Het valt de mens aanvankelijk niet gemakkelijk te geloven dat gevoelens als eerbied, achting enzovoort iets te maken hebben met zijn inzicht. Dat komt doordat men geneigd is dit inzicht als een op zichzelf staand vermogen te beschouwen, dat in geen enkel verband staat met wat zich verder in de ziel afspeelt. Maar daarbij bedenkt men niet dat het de ziel is die zich inzicht verwerft. En voor de ziel zijn gevoelens wat voor het lichaam de stoffen zijn die het tot voedsel dienen. Wanneer men het lichaam stenen geeft in plaats van brood, dan sterven de lichamelijke vermogens af. Zo is het ook met de ziel. Voor haar zijn eerbied, achting, devotie voedingsstoffen die haar gezond en sterk maken; die met name haar vermogen tot inzicht sterken. Minachting, antipathie, miskenning leiden tot verlamming en afsterven van dat vermogen. […]

De eerbied wekt een sympathische kracht in de ziel, en deze maakt dat eigenschappen van de ons omringende wezens door ons worden aangetrokken die anders verborgen blijven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 10 – Wie erlangt man Erkenntnisse der höheren Welten? (bladzijde 25)

https://odysseetheater.org/GA/Buecher/GA_010.pdf#view=Fit

Nederlands: GA 10 – De weg tot inzicht in hogere werelden (blz. 25-26)

Stichting Rudolf Steiner Vertalingen / Vertaling Marijke Buursink

530x840

Eerder geplaatst in oudere vertaling op 8 oktober 2019  (8 reacties)

2 gedachtes over “Minachting, antipathie, miskenning leiden tot verlamming en afsterven van het vermogen tot inzicht

  1. Dit vind ik een van de belangrijkste lessen van de antroposofie : eerbied leidt tot dieper inzicht. Dat is een gedachte waar we elke dag zouden moeten mee opstaan.

Plaats een reactie