Over waarheid en meningen (5 van 5)

Als deze wiskundige waarheden niet zo eenvoudig duidelijk zouden worden, dan zouden de hartstochten hun erkenning nog veel in de weg leggen. Als het aan de hebzucht lag, dan zou menig huisvrouw wensen dat twee maal twee vijf is en niet vier. Deze dingen zijn zo duidelijk, zo eenvoudig, dat ze niet meer vertroebeld kunnen worden door de sympathie en antipathie. Steeds grotere gebieden zullen door deze waarheidsvorm omvat worden, en steeds meer vrede zal daardoor in de mensheid kunnen komen, als de waarheid zo begrepen wordt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 102 – Das Hereinwirken geistiger Wesenheiten in den Menschen – Berlijn, 1 juni 1908 (bladzijde 194)

41YyBhqQY+L._SX324_BO1,204,203,200_

Eerder geplaatst op 25 juli 2018

Forever young

Vanuit het inzicht in de karmawetmatigheden wordt ons veel duidelijk. Ten eerste kunnen we nauwkeurig de samenhang aantonen tussen de huidige ontwikkeling van het menselijk lichaam en de vroegere levenswandel. Een leven vol liefde bijvoorbeeld bereidt voor tot een ontwikkeling in het volgende leven, die de mensen lang jong houdt; daarentegen wordt een vroegtijdig oud worden bewerkt door veel antipathie in een vorig leven. Ten tweede: een bijzonder egoïstische hebzucht brengt voor het volgende leven aanleg voor infectieziekten teweeg. Ten derde is het bijzonder interessant dat bijvoorbeeld smarten en pijn, en met name ziekten die men doormaakt, in het volgende leven lichamelijke schoonheid bewerkstelligen. Een dergelijk inzicht laat ons menige ziekte lichter verdragen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis – Kassel, 22 iuni 1907 (bladzijde 92)

aae6749d6d0c4e13a57b1196d1c42d02

Eerder geplaatst op 1 juli 2018  (12 reacties)

 

Karma / Moraal / Egoïsme (5 van 5)

De mensen hebben tegen moraalpreken een zekere antipathie. Ze zeggen: wat daar gepreekt wordt, dat wil een ander en ik moet me daar maar naar voegen! – Dit geloof zal steeds meer de overhand nemen, naarmate het materialistische bewustzijn de overhand krijgt.

Men zegt tegenwoordig; er is klassenmoraal, standenmoraal, en wat een dergelijke klassenmoraal voor juist houdt, dat wordt de andere klasse opgedrongen. Een dergelijke mening is in de geesten der mensen binnengestroomd en in de toekomst zal dat steeds erger en erger worden.

Het gevoel zal bij de mensen steeds sterker worden dat ze alles, wat op moreel gebied als goed en juist moet worden erkend, zelf willen vinden, dat dit uit hun hang naar objectieve kennis ontspringen zal. De menselijke individualiteit wil steeds meer geldigheid hebben.

Op het ogenblik echter waarin bijvoorbeeld het hart zou inzien, dat het mee ziek wordt als het gehele organisme ziek wordt, zou de mens doen wat nodig is om niet ziek te worden. En op het ogenblik dat de mens inziet dat hij in het gehele aardeorganisme is ingebed, dat hij geen etterbuil mag zijn aan het aardelichaam, dan is er een objectieve reden voor het goed zijn. En de mens zal zeggen: als ik steel, wil ik mij een voordeel verschaffen. Ik doe het niet omdat ik daardoor het gehele aardeorganisme, waar zonder ik niet leven kan, ziek maak. Ik doe het tegendeel en ik verschaf daardoor niet alleen het organisme, maar ook mijzelf een voordeel.

Zo ongeveer zal het morele bewustzijn der mensen zich in de toekomst vormen. Degene die een morele impuls vanuit de antroposofie heeft, zal zich zeggen: Het is een illusie als men zich door een immorele daad een voordeel wil verschaffen. Je bent als je dat doet als een inktvis die een donkere vloeistof uitspuwt: een donkere aura van immorele driften spuit je uit. Liegen en stelen is een kiem van een aura waarin je gaat zitten en waardoor je de gehele wereld ongelukkig maakt.

Men zegt: wat rondom ons is, is Maya. Maar zulke waarheden moeten levende waarheden worden. Als men kan aantonen dat door de geesteswetenschap de morele ontwikkeling der mensheid in de toekomst zo wordt, dat de mens moet inzien, hoe hij zich in een aura van zinsbegoocheling hult, wanneer hij zich een voordeel wil verschaffen, dan wordt het een praktische waarheid dat de wereld een maya of illusie is.

Bron: Rudolf Steiner- GA 127 – Die Bedeutung der Geistesforschung für das sittliche Handeln – Bielefeld, 6 maart 1911 (bladzijde 129-130)

589f52dc-2524-41ed-af01-c5853ea69f63

Eerder geplaatst op 25 mei 2018 (2 reacties)

Het menselijk lot is uit de meest verschillende factoren samengesteld

Wanneer we in detail over het karma spreken, moeten we natuurlijk wel eerst een onderscheid maken tussen de karmische gebeurtenissen die in het leven van een mens meer van buiten op hem toekomen en die welke als het ware van binnenuit in hem oprijzen. Het menselijk lot is immers uit de meest verschillende factoren samengesteld. Het lot van een mens is afhankelijk van zijn fysieke en etherische constitutie. Het lot van een mens is afhankelijk van wat hij naar de gesteldheid van zijn astrale lichaam en zijn ik de buitenwereld tegemoet kan brengen aan sympathie en antipathie, en aan de andere kant van wat anderen hem naar zijn gesteldheid aan sympathie en antipathie tegemoet kunnen brengen. Het lot van een mens is bovendien afhankelijk van de ontelbaar vele soorten verwikkelingen en verstrikkingen waarin hij op zijn levensweg wordt verweven. Uit dat alles resulteert voor een bepaald tijdstip, of voor het hele leven als totaliteit, de lotssituatie van de mens.

Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – Erster Band – Dornach, 1 maart 1924 (blz. 82)

Nederlands: Rudolf Steiner – Karmaonderzoek 1 (blz. 103)

Vertaald door Louki Sluyterman van Loo – Met een nawoord van Hans Peter van Manen

Rudolf Steiner / Werken en voordrachten onder redactie van Frans van Bussel, Michel Gastkemper en Roel Munnik

Karmaonderzoek-1

Ik stelde mij er op in om zuiver objectief waar te nemen

Ik stelde mij er op in om zuiver objectief waar te nemen hoe een mens op mij overkwam. Angstvallig vermeed ik om kritiek uit te oefenen op wat de mensen deden of om sympathie of antipathie in mijn verhouding tot hen te doen gelden: Ik wilde ‘de mens, zoals hij is, alleen maar op mij laten inwerken’.

Weldra ontdekte ik dat een dergelijke waarneming van de wereld waarlijk toegang verschaft tot de geestelijke wereld. In het waarnemen van de fysieke wereld treedt men geheel uit het eigen wezen naar buiten; en daardoor treedt men met een verhoogd geestelijk waarnemingsvermogen de geestelijke wereld binnen.

Bron: Nederlandstalige uitgave van Rudolf Steiner – Mijn Levensweg – bladzijde 218 (Uitgave 1981, Vrij Geestesleven) Vertaling W.A.C. Labberté

Duitstalig: GA 28 – Mein Lebensgang (bladzijde 318)

rudolf_steiner_colour-227x300-1

Eerder geplaatst op 28 november 2020