De ware realiteit

De mens neemt wat hij ziet in de stoffelijke wereld, in de planten en het dierenrijk om zich heen op de aarde als een werkelijkheid, als iets wat er is. Hij ziet de dieren, de planten en stelt zich voor dat het dingen zijn die er werkelijk zijn. Hij ziet gebeurtenissen in lucht en water en stelt zich voor dat het gebeurtenissen zijn, die er werkelijk zijn. Ze zijn het niet.  Want alles in de natuurrijken om ons heen, alles wat zich afspeelt in lucht en water, is niets anders dan gebeurtenissen in de geestelijke wereld, die zich openbaren door wat in het fysieke gebeurt. Ze zijn openbaringen van geestelijke processen (Duits: Vorgänge). Deze zijn de ware werkelijkheid, de realiteit. Niets dan de bovenzintuiglijke, spirituele wereld is werkelijk, en pas als wij in alle dingen en gebeurtenissen het geestelijke kunnen zien (Duits: erkennen), dan hebben wij een waar besef van de realiteit. Alles in de fysieke wereld heeft alleen de waarde van gelijkenissen voor wat daar achter staat, de geestelijke wereld. Alles wat voorvalt in de dieren- en plantenwereld moeten wij zo leren beschouwen en ook alles, wat wij in het mensenrijk zien, wat indruk maakt op het verstand, het intellect. Dat zijn alle niets anders dan gelijkenissen, en alleen degene die ze leert duiden, komt tot de werkelijkheid, de realiteit.

Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Erfahrungen des Übersinnlichen/Die drei Wege der Seele zu Christus – Keulen, 7 mei 1912 (bladzijde 153-154)

Eerder geplaatst op 13 september 2012