Men stelt zich het binnentreden in de geestelijke wereld veel te veel voor in de trant van een zintuiglijke ervaring, en daarom vindt men, dat wat men bij het lezen over die wereld beleeft, veel te veel op gedachtengangen lijkt. Maar met het ware opnemen in de vorm van gedachtengangen staat men reeds in de geestelijke wereld en heeft men zich nog slechts duidelijk te maken, dat men reeds ongemerkt beleefd heeft, wat men enkel als gedachtenmededeling meende ontvangen te hebben.
Bron: Rudolf Steiner – GA 13 – DIE GEHEIMWISSENSCHAFT IM UMRISS – bladzijde 49-50
Deze vertaling is van F. Wilmar uit de vierde druk van de Nederlandstalige uitgave – bladzijde 33
Eerder geplaatst op 30 juli 2012