Waardeloos woordgekraam

Het gaat erom dat abstracte logica vandaag de dag niet meer voldoende is, wat men zegt moet realiteit hebben. Want tegenwoordig zijn we reeds aanbeland in een stadium van de mensheidsontwikkeling dat een journalist de mooiste dingen kan neerpennen, en de mensen staan in bewondering, en ze zeggen;”Ja, als ik dat lees, dat is zuivere geesteswetenschap!” – maar daarom gaat het helemaal niet. Het gaat vandaag niet meer om hoe de woorden klinken, maar wel: wat is de zielebodem van waaruit iets dergelijks gesproken wordt; het gaat om de substantie die men als mens in zich heeft! Of, om een vergelijking te gebruiken die ik al vaker aangehaald heb: Er zijn vandaag de dag dichters, die dichten ongemeen moeiteloos, ze maken mooie verzen die men kan bewonderen. Maar toch geldt: er wordt tegenwoordig 99 % te veel gedicht. Er zijn er echter, en die hun verzen klinken als een gestamel, maar deze verzen die een gestamel zijn, kunnen uit een echte menselijke diepte, dus een geestelijke diepte stammen, terwijl de verzen die bewonderd worden waardeloos woordgekraam kunnen zijn omdat de talen nu zover geëvolueerd zijn dat iedere onnozele hals vanuit de taal iets bewonderenswaardig kan maken. Wat vandaag dringend noodzakelijk is, is dat men van de klank van de woorden overgaat naar het motief, dus dat men niet bij het abstracte blijft, dat men niet letterlijk leest, maar dat men zich ten volle in het leven stelt en vanuit het leven de verschijnselen beoordeelt. Aldus gaat het erom dat geesteswetenschap zoals ze hier bedoeld wordt, vooral bevruchtend moet werken op de verschillende geledingen van het leven, anders zal er niet komen wat er moet komen.

Overgenomen uit Tijdschrift De Brug – Trefwoord Ahriman – 24 (Bron: GA 235)

Eerder geplaatst op 1 mei 2014