Alle briljante nonsens die men tegenwoordig bijvoorbeeld als de relativiteitstheorie brengt, waardoor Einstein een groot man geworden is, die zal worden afgewezen als men over deze dingen heldere begrippen zal hebben, die met de werkelijkheid overeenkomen. U weet, de relativiteitstheorie is immers zo duidelijk. Nietwaar, men hoeft zich slechts voor te stellen, dat wanneer in de verte een kanon afgeschoten wordt, dan hoort men het pas na een bepaalde tijd. Nu nemen we echter aan dat we dichter naar het kanon toe bewegen, dan hoort men het kanon eerder, omdat men immers dichterbij komt. Nu concludeert de relativiteitstheoreticus: Als men zich nu even snel beweegt als het geluid gaat, dan gaat men met het geluid, dan hoort men het niet. En gaat men nog sneller dan het geluid, dan hoort men iets dat later wordt afgevuurd vroeger dan dat het is afgevuurd. Dat is tegenwoordig een algemeen aanvaard idee, alleen staat het niet in de geringste verhouding tot de werkelijkheid. Want wanneer men zich even snel beweegt als het geluid, dan kan men zelf een geluid zijn, maar men kan geen geluid horen. Deze geheel ongezonde ideeën leven echter vandaag de dag als relativiteitstheorie en genieten het allergrootste aanzien.
Bron: Rudolf Steiner – GA 176 – DAS KARMA DES MATERIALISMUS – Berlijn, 7 augustus 1917 (bladzijde 239)