Terugblikoefening

Elke dag is een terugblik te oefenen op de ervaringen van de persoonlijkheid op de dag. Men houdt zichzelf de belangrijkste ervaringen voor, die men gedurende de dag beleefd heeft, en de wijze waarop men zich hierbij gedragen heeft. Dat alles gebeurt vanuit het gezichtspunt dat men van het leven leren wil. Hoe kan ik een zaak, die ik vandaag gedaan heb, beter doen? Zulke vragen legt men zich voor. Men maakt zich daardoor niet stomp tegenover lust en leed. Integendeel, men wordt fijner gevoelig. Maar men blijft niet hangen aan de zorgen en spijt over wat men gedaan heeft, maar men verandert deze in het voornemen alles in de toekomst beter te doen. Men wordt zijn eigen bouwmeester. Zoals deze niet berouwvol voor een huis, dat hij gebouwd heeft, gaat staan en klaagt dat het niet beter is, maar de ervaringen die hij door het minder goede opdoet, gebruikt voor een volgende bouw, zo doet ook de mens tegenover zichzelf. In berouw en zorgen gaat onze persoonlijkheid ten onder; door leren stijgt zij opwaarts. Spijt en bezorgdheid zijn van geen nut; de tijd die we daarvoor gebruiken, moeten we voor een ontwikkeling omhoog gebruiken. Het geheel hoeft niet meer dan drie tot vier minuten in beslag te nemen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 264 – Oefening gegeven door Steiner aan Adolf Arenson – Stuttgart april 1904 (bladzijde 158)