De mensen geloven vrij te zijn in hun beslissingen, gedachten en ideeën, maar ze worden geleid door wat achter de fysiek-zintuiglijke wereld als geestelijke wezens bestaat. Wat de mensen hun eigen verstand noemen, waarvan ze geloven dat daardoor de loop der tijden gestuurd wordt, dat is tegelijkertijd de uitdrukking van daarachterstaande geestelijke wezens.
Bron: Rudolf Steiner – GA 57 – Wo und wie findet man den Geist? – Berlijn 12 maart 1909 (bladzijde 338)