Hoe ervaart een ziener zijn eigen dood?

Heeft de leerling der geestesscholing met goed gevolg de ontmoeting met de  “Wachter aan de drempel” (zie: Drempelwachter) doorstaan, dan zal – als uitvloeisel hiervan – de eerstvolgende fysieke dood een geheel andere gebeurtenis voor hem worden dan de dood tot dusver was. Bewust doorleeft hij het sterven, zijn stoffelijk lichaam van zich leggend, zoals wij een kleed afleggen, dat versleten of wellicht door een scheur plotseling onbruikbaar geworden is. Een feit van betekenis is deze fysieke dood dan alleen voor degenen, die met hem leven en wier waarneming zich nog geheel bepaalt tot de wereld der zinnen. Voor hen “sterft” de leerling der geestesscholing. Voor hemzelf wordt in zijn hele omgeving niets van belang gewijzigd. Immers, heel de bovenzinnelijke wereld, waarin hij is binnengetreden, lag reeds vóór zijn dood in zekere zin voor hem open en zal ook na de dood voor hem open liggen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 10 – WIE  ERLANGT  MAN  ERKENNTNISSE DER  HÖHEREN  WELTEN? (bladzijde 199)

Nederlandse vertaling uit Hoe verkrijgt men bewustzijn op hogere gebieden – vierde druk (bladzijde 171) – Uitgeverij Vrij Geestesleven, Zeist 

Weg-tot-inzicht-in-hogere-werelden-2013

Eerder geplaatst op 15 november 2020  (3 reacties)