Zo blind als een mol

De mens is aan invloeden van vele krachten overgeleverd en is tegenover hen zo blind als een mol. Hij wordt altijd slechts een deel van de werkelijkheid gewaar, maar deze werkelijkheid gaat ons aan, we moeten sterke impulsen hebben om weg te komen uit het bereik van schadelijke demonen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 98 – Natur- und Geistwesen- ihr Wirken in unserer sichtbaren Welt – Hannover, 24 februari 1908 (bladzijde 257)

10469_3

Eerder geplaatst op 8 maart 2019  (2 reacties)

Geestelijke fijnproevers

We moeten niet vragen: Hoe kan ik snel allerlei occulte krachten in mij ontwikkelen? – of: Hoe kan ik mij afsluiten om maar niet met de werkelijkheid in aanraking te komen? – Wie zo vraagt, is een egoïst en niets anders als een geestelijke fijnproever. Als men alles wat geestelijk bevalt enkel wil genieten, dan gedraagt men zich alleen wat verfijnder dan een ander die met het fijnproeven bij het ontbijt begint. Bij wie de fysieke lust vergaan is, komen menigmaal de meer geraffineerde geestelijke gerechten. Men is op de juiste manier antroposoof als men zich moeite geeft het leven te begrijpen en te dienen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 96 – Ursprungsimpulse der Geisteswissenschaft – Berlijn, 14 mei 1906 (bladzijde 68)

Portrait_of_Rudolf_Steiner_website2Werk van Amanda Sage

Eerder geplaatst op 26 februari 2019  (2 reacties)

Wereldvreemd en ver van de werkelijkheid

Hoewel het hier al vaker genoemd is van de een of andere kant, mag er misschien toch nog wel eens op worden gewezen dat het het onredelijkste en tegelijk onmogelijkste verwijt is dat men de geesteswetenschap en haar werk kan maken, dat zij de mensen op een of andere manier wereldvreemd en ver van de werkelijkheid zou maken of ze tot ascese zou verleiden. Steeds weer moet worden benadrukt dat aan onze zintuiglijke wereld, onze wereld van het aardse leven een geestelijke wereld met haar wezens en krachten ten grondslag ligt, die voortdurend in onze zintuiglijke wereld inwerkt en dat daarom diegene wereldvreemd en ver van de werkelijkheid genoemd moet worden, die zich niet om de ware en werkelijke krachten van het bestaan bekommert en zich enkel tot de uiterlijke wereld, op wat de zintuigen zeggen en wat ze genieten kunnen, beperken wil.

Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – Die Erkenntnis der Seele und des Geistes – Berlijn, 12 december 1907 (bladzijde 132)

FB_IMG_1693375311569

Art of Carol Herzer 

Eerder geplaatst op 22 januari 2019  (1 reactie)

Illusie / Werkelijkheid / Gevaren

Aan de grens van de fysieke en de bovenfysieke wereld is het uiterst moeilijk om illusie van werkelijkheid, dromen van realiteit, visioen van echte waarneming te onderscheiden. Op dit gebied is het zeer gemakkelijk om de eigen fantastische voortbrengselen van de ziel te verwarren met wat echt, objectief, werkelijk is. Het vereist verscheidene eigenschappen om aan de grens koelbloedigheid, zekerheid van de ziel, moed, uithoudingsvermogen en energie te behouden, want als de mens aan deze grens de helderheid en duidelijkheid over wat schijn en werkelijkheid is, zou verliezen, dan zou hij zijn verstand hebben verloren, dan zou hij een gek zijn in plaats van een ingewijde.

Nu is er bij de meeste mensen, als zij van zulke dingen horen, zeker een geweldige nieuwsgierigheid, een ware zucht om toch wat te zien van de hogere werelden. Er is echter niet op dezelfde wijze bij de meeste mensen het uithoudingsvermogen en de wil, en voor alles ook niet de kracht, om alles te overwinnen wat nodig is, om de aangeduide gevaren uit te schakelen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – Die Erkenntnis der Seele und des Geistes – Berlijn, 28 november 1907 (bladzijde 108)

IMG_20210403_230024969-768x656

Werk van Arild Rosenkrantz 

Eerder geplaatst op 21 januari 2019  (5 reacties)

F.W. Zeylmans van Emmichoven – De neiging tot kritiek is een van de meest kenmerkende trekken van ons tijdperk

De neiging tot kritiek is een van de meest kenmerkende trekken van ons tijdperk. Zij is zo sterk ontwikkeld, dat het als iets vanzelfsprekends wordt beschouwd, dat de mens die kritische neigingen in zich heeft. Ja, men is er trots op en meent, dat er een grote zelfstandigheid en innerlijke vrijheid uit blijkt. In de ziel echter werkt een dergelijke neiging tot kritiek als een sterke negatieve kracht, een kracht nl., die de ziel haar verbondenheid met die wereld, waarmede zij in werkelijkheid samenhangt, ontneemt.

Eerst door het betreden van de geestelijke oefenweg, die hier wordt bedoeld, kan het de mens duidelijk worden, hoe hoog noodzakelijk het is, die neiging tot kritiek te bestrijden en plaats open te laten voor het meer en meer ontkiemende gevoel van eerbied en bewondering voor alles wat waar, schoon en goed is. 

Men zou nu misschien uit het bovenstaande menen te moeten begrijpen, dat een stemming moet worden aangekweekt, waarin alle onderscheidingsvermogen verloren gaat. Het tegendeel is het geval. Wie doorlopend een negatieve stemming in zijn ziel draagt en van daar uit alle verschijnselen en gebeurtenissen beoordeelt, zal op de duur geheel blind worden ten opzichte van een groot deel van de werkelijkheid. Wie zich daarentegen oefent overal aan te knopen bij datgene, waarvoor hij bewondering en eerbied kan hebben, loopt geen gevaar om door zijn negatieve stemming dit grote deel van de werkelijkheid te verliezen. Hij zal alles, wat waar, schoon en goed is, in de juiste verhouding gaan zien tegenover al het onware, lelijke en slechte. Hij zal een dergelijke onderscheiding echter niet uit stemming of affect maken, maar zijn kritiek zal voortvloeien uit zijn geheel positief gerichte zielehouding.

Bron: F.W. Zeylmans van Emmichoven – Biografie Rudolf Steiner – bladzijde 129-130 (uitgeverij W. de Haan – 1960/eerste druk was van uitgeverij Kruseman – 1932)

50613

Eerder geplaatst op 30 december 2018  (8 reacties)