Illusie/Werkelijkheid/Gevaren

Aan de grens van de fysieke en de bovenfysieke wereld is het uiterst moeilijk om illusie van werkelijkheid, dromen van realiteit, visioen van echte waarneming te onderscheiden. Op dit gebied is het zeer gemakkelijk om de eigen fantastische voortbrengselen van de ziel te verwarren met wat echt, objectief, werkelijk is. Het vereist verscheidene eigenschappen om aan de grens koelbloedigheid, zekerheid van de ziel, moed, uithoudingsvermogen en energie te behouden, want als de mens aan deze grens de helderheid en duidelijkheid over wat schijn en werkelijkheid is, zou verliezen, dan zou hij zijn verstand hebben verloren, dan zou hij een gek zijn in plaats van een ingewijde.

Nu is er bij de meeste mensen, als zij van zulke dingen horen, zeker een geweldige nieuwsgierigheid, een ware zucht om toch wat te zien van de hogere werelden. Er is echter niet op dezelfde wijze bij de meeste mensen het uithoudingsvermogen en de wil, en voor alles ook niet de kracht, om alles te overwinnen wat nodig is, om de aangeduide gevaren uit te schakelen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – Die Erkenntnis der Seele und des Geistes – Berlijn, 28 november 1907 (bladzijde 108)

Eerder geplaatst op 2 mei 2016