Begrip in plaats van kritiek

Men kan de mensen op twee manieren tegemoet treden: ofwel met begrip ofwel met kritiek. Wat is nu de werking daarvan? We kunnen hem verder helpen of niet. Men kan hem begrip tegemoet brengen, dat wil zeggen liefdevol in het wezen van de ander en op zijn zwakheden ingaan. We kunnen hem echter ook kritiseren (Duits: Tadeln = berispen, terechtwijzen, vermanen, afkeuren, veroordelen, beschuldigen, verwijten, laken, omlaaghalen, fel bekritiseren) en daarbij staan blijven.

We zullen nu in beide gevallen het leven bekijken. Als veel gekritiseerd wordt, heeft dat een goed gevolg met betrekking tot degene die bekritiseerd geworden is? Het kan een gevolg hebben, de kritiek kan van nut zijn geweest of ook niet. Wie echter volgens gewoonte kritiseert, heeft ook een gevolg: een zeker gevoel van isolering, van alleen staan zal over de mensen komen.

Vergelijken we daarmee wat er gebeurt in een incarnatie als men liefdevol op de ander ingaat, ondanks zijn fouten. Het resultaat zal ook dan goed zijn of slecht, maar een gunstiger gevolg voor de ziel zal er zeker zijn. We kunnen hieruit leren dat het aan heel andere wetten onderworpen is, of men zogezegd bij kritiek staan blijft, of dat men voortschrijdt naar begrip. Kritiek kaatst namelijk terug op onszelf, schept nieuw karma; begrip echter is een schat die de ander dan in zich draagt, lost karma op, verzacht het, doet het teniet.

Dat is een buitengewoon belangrijk gegeven voor het leven. We kunnen nu het resultaat van de waarnemingen samenvatten in een zin, die een diepe levenswaarheid is, namelijk dat men in feite zeer weinig in staat is zichzelf van nut te zijn (Duits: nützen), maar zichzelf zeer te schaden; dat men echter de anderen zeer tot voordeel kan zijn, – hen echter door eigen ondeugden weinig kan schaden. Dus door goed zijn kan men de anderen vooruit brengen (Duits: nützen); door slecht zijn zichzelf zeer veel schaden, de anderen echter blijvend niet veel schaden.

Bron: Rudolf Steiner – Beitraege 45 – Moral und Karma – Neurenberg, 12 november 1910 (bladzijde 7-8)

Deze Beitraege zijn niet meer op internet te vinden

Eerder geplaatst op 31 juli 2019  (3 reacties)

Hoe komt het dat mensen nu de waarneming van het geestelijke leven hebben verloren?

Hoe komt het dat mensen nu de gewaarwording van het geestelijke leven, dat ten grondslag ligt aan al het fysieke leven, hebben verloren? En waarom moest het zo gebeuren?

Laten we eens kijken naar wat er om ons heen is in de directe omgeving. Als je zou kunnen vergelijken wat de mensen in oudere tijden omringde met wat de mensen vandaag de dag omringt, zou je het volgende ontdekken: Destijds hadden mensen slechts de allernoodzakelijkste middelen om op deze aarde te leven, maar daarentegen had hij nog een groter gevoel voor het geestelijke. Dit besef van de geestelijke wereld moest wijken om de mens de kans te geven zijn huidige heerschappij over de aarde te verwezenlijken. Al onze vooruitgang op het gebied van technologie en industrie was alleen mogelijk vanwege ons wereldbeeld, dat materialistisch was geworden, en doordat de geest, de bovenzinnelijke wereld, zich terugtrok. 

De afgelopen eeuwen hebben mensen meesterschap over de fysieke wereld verworven, ten koste van hun geestelijke waarneming. Het is een eeuwige wet van de mensheid dat vaardigheden die op één gebied zijn verworven alleen kunnen worden verworven door vaardigheden op een ander gebied terug te laten treden. Mensen zouden bijvoorbeeld nooit de transportmogelijkheden hebben kunnen creëren die we vandaag de dag hebben als andere capaciteiten niet waren afgenomen. Om alles te verwerven wat ons vandaag de dag omringt, moest het gevoel voor het spirituele op de achtergrond komen te staan. Om de fysieke wereld te veroveren moest datgene waar de mens ooit van vervuld was zich terugtrekken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis / Theosophie und Rosenkreuzertum – Kassel, 16 juni 1907 (blz. 19-20)

https://odysseetheater.org/GA/Buecher/GA_100.pdf#view=Fit

Vertaling door Google en mij

P.S. Steiner legt hier uit waarom we de waarneming van de geestelijke wereld moesten verliezen. Maar hij legt niet uit waarom het nodig was om de aardse wereld te veroveren en te ontwikkelen. Hij legt dit elders uit:

Als wij onze blik naar de geestelijke werelden richten, zouden wij ons allereerst moeten afvragen: waarom worden wij vanuit die werelden geboren in de fysieke wereld? We worden in deze fysieke wereld geboren, omdat er hier op aarde dingen te ervaren en te beleven zijn, waarvoor geen mogelijkheid bestaat in de geestelijke werelden. De vruchten hiervan moet men meebrengen in de geestelijke werelden na de dood. Om dit alles te bereiken, moet men vooral de fysieke wereld met zijn geest willen leren kennen. Ter wille van de geestelijke wereld moet men onderduiken in deze fysieke wereld.

Bron: Rudolf Steiner – GA 194 – Die Sendung Michaels – Dornach, 12 december 1919 (bladzijde 166)

https://odysseetheater.org/GA/Buecher/GA_194.pdf#view=Fit

Vertaling: W.A.C. Labberté, overgenomen uit het boek Michaël (bladzijde 156-157)

POWERLIGHTBEINGBB11

Werk van Carol Herzer

Antroposofie zal een enorme betekenis hebben voor het menselijk denken en voelen, en voor de wil en het handelen van de mens

De antroposofie moet een nieuwe culturele impuls worden in de meest omvattende zin; het is iets waar de mensheid al heel lang naar verlangt en wat een antwoord kan bieden op de brandende vragen die de mensheid van alle kanten stelt. Maar vandaag de dag is het nog steeds vaak iets dat mensen niet alleen willen ontkennen, maar ook willen zien als iets twijfelachtigs, zelfs als iets krankzinnigs, zoals de dromen van enkele fantaserende breinen.

Als je deze dromers zelf vraagt ​​wat ze van de antroposofie willen en wat ze ervan verwachten, dan is het antwoord nogal veelomvattend. Degenen die de vitale essentie van de antroposofie hebben onderkend, die moderne mensen slechts als dromen beschouwen, zien de antroposofie als iets dat over een paar decennia een immense betekenis zal hebben voor het menselijk denken en voelen, en voor de wil en het handelen van de mens.

Er is niets waarin de antroposofie haar licht niet als impuls kan laten schijnen en ook geroepen is te laten schijnen.

Het is algemeen bekend dat er in onze tijd een grote verscheidenheid aan vragen bestaat: gezondheids-, sociale, vrouwen- en onderwijsvraagstukken. Er is een nog grotere rijkdom aan antwoorden. Maar als je al deze vragen en hun antwoorden objectief onderzoekt, kom je tot het inzicht dat de vragen inderdaad juist worden gesteld door onze hedendaagse cultuur – ze worden gesteld door de omstandigheden van deze tijd – maar dat de antwoorden op deze vragen niet zonder meer door onze tijd gegeven kunnen worden.

Wie zijn ogen en oren sluit voor de problemen van onze tijd, zal op zijn pad voortdurend obstakels tegenkomen. Er zal een tijd komen waarin de mensen zullen beseffen dat zij ook met veel andere problemen te maken krijgen: deze problemen komen voort uit de innerlijke en uiterlijke strijd van de mensheid, uit alle pijn en lijden en uit de vernietigde hoop op elk gebied. Maar alleen de antroposofie kan hierop een antwoord geven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis / Theosophie und Rosenkreuzertum – Kassel, 16 juni 1907

https://odysseetheater.org/GA/Buecher/GA_100.pdf#view=Fit

Vertaald door DeepL en Google en mij

ANCIENT FIRE GODDESS2-4D angel

Werk van Carol Herzer

De herinnering verdwijnt, de vruchten blijven

De indrukken, welke een mens uit ondervonden belevenissen verkrijgt, verdwijnen geleidelijk uit zijn geheugen, echter niet de vruchten ervan. Men behoudt geen herinnering aan alle ervaringen die men als kind heeft gehad bij het leren lezen en schrijven. Maar men zou in het geheel niet kunnen lezen en schrijven indien men deze ervaringen niet zou hebben gehad en indien haar resultaten niet behouden zouden zijn gebleven in de vorm van bekwaamheden.

En dat is de omvorming welke de geest met de schatten van het geheugen bewerkstelligt. Hij laat alles wat kan leiden tot het vormen van beelden van op zichzelf staande gebeurtenissen aan zijn eigen lot over en put er slechts de kracht uit om zijn bekwaamheden te vergroten.

Daarom is het zeker dat geen enkele belevenis onbenut voorbijgaat: de ziel behoudt de herinnering er aan en de geest onttrekt er datgene aan, wat kan dienen om zijn capaciteiten te vergroten, zijn levensinhoud te verrijken. De menselijke geest groeit door het verwerken van wat beleefd wordt.

Bron: Rudolf Steiner – Theosofie – vertaling H.G.J. de Leeuw (bladzijde 64)

Duitstalig: GA 9 – Theosophie (bladzijde 29-30)

https://odysseetheater.org/GA/Buecher/GA_009.pdf#view=Fit

frogman

Frogman – Art of Carol Herzer

Eerder geplaatst op 30 juli 2019  (1 reactie)

Gedachteloosheid in het oordelen

Zou het niet goed zijn om als het ware een instinct voor de waarheid te ontwikkelen, door de dingen, dat wil zeggen hun naam en frases, niet onmiddellijk en achteloos aan te nemen zoals ze zich uiterlijk voordoen, maar door de wil te ontwikkelen om ze enigszins te onderzoeken?

Anders oordeelt men op een zeer gedachteloze manier, en gedachteloosheid in het oordelen is datgene wat je steeds verder van de waarheid af moet brengen. Tegen dit feit, dat onzorgvuldigheid in oordelen wegleidt van de waarheid, is er nooit het excuus dat men dit of dat niet wist. 

Want wat we als oordeel in onze ziel dragen is een feit en werkt in de wereld, en iedereen zou zich ervan bewust moeten zijn dat wat hij in zijn ziel draagt in de wereld werkt. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 173 – Zeitgeschichtliche Betrachtungen / Das Karma der Unwahrhaftigkeit – Dornach, 4 december 1916 (blz. 24)

https://odysseetheater.org/GA/Buecher/GA_173.pdf#view=Fit

Vertaald door DeepL en mij

FEATHERBEING6

Werk van Carol Herzer