Over opvoeding, geheugen en gezondheid – (2 van 2)

We moeten ons de mogelijkheid verschaffen innerlijk geestelijk-psychisch de toegang tot het mensenwezen te krijgen. Dan ervaart men bijvoorbeeld dat men bij kinderen, ongeveer rondom het negende, tiende jaar te veel een beroep op het geheugen, het herinneringsvermogen kan doen of ook te weinig. Alle drukte die men erover maakt dat men het geheugen niet overbelasten moet, kan er ook toe voeren, te weinig een beroep te doen op het geheugen. 

Stel we houden zo rondom het negende, tiende kinderjaar het geheugen te veel bezig, we belasten het geheugen te veel in de opvoeding, in het onderwijs. De echte gevolgen blijken pas dan, als de mens dertig, veertig jaar oud is geworden of misschien nog later. Dan wordt de mens lijder aan reuma of aan diabetes. Juist als we het geheugen in de verkeerde tijd, zo ongeveer tussen het negende en tiende jaar overbelast hebben, toont zich deze overbelasting van het geheugen in de kinderleeftijd later in een overmatige afzetting van verkeerde stofwisselingsproducten. Deze samenhang door het hele aardeleven zien de mensen gewoonlijk niet.

Als we daarentegen het geheugen te weinig in beslag nemen, als we dus niet genoeg de herinnering van het kind laten werken, dan roepen we voor de latere leeftijd de neiging op om heel gemakkelijk ontstekingen op te lopen van allerlei soort. Om in te zien hoe op de ene leeftijd de lichamelijke toestanden gevolgen zijn van de psychisch-geestelijke toestanden op een andere leeftijd, dat is wat van belang is, wat we weten moeten.

Bron: Rudolf Steiner – GA 226 – Menschenwesen, Menschenschicksal und Welt-Entwickelung – Kristiania, 21 mei 1923 (bladzijde 110-111)

Eerder geplaatst op 27 juni 2016

Over opvoeding, geheugen en gezondheid – 2 (slot)

We moeten ons de mogelijkheid verschaffen innerlijk geestelijk-psychisch de toegang tot het mensenwezen te krijgen. Dan ervaart men bijvoorbeeld dat men bij kinderen, ongeveer rondom het negende, tiende jaar te veel een beroep op het geheugen, het herinneringsvermogen kan doen of ook te weinig. Alle drukte die men erover maakt dat men het geheugen niet overbelasten moet, kan er ook toe voeren, te weinig een beroep te doen op het geheugen.

Stel we houden zo rondom het negende, tiende kinderjaar het geheugen te veel bezig, we belasten het geheugen te veel in de opvoeding, in het onderwijs. De echte gevolgen blijken pas dan, als de mens dertig, veertig jaar oud is geworden of misschien nog later. Dan wordt de mens lijder aan reuma of aan diabetes. Juist als we het geheugen in de verkeerde tijd, zo ongeveer tussen het negende en tiende jaar overbelast hebben, toont zich deze overbelasting van het geheugen in de kinderleeftijd later in een overmatige afzetting van verkeerde stofwisselingsproducten. Deze samenhang door het hele aardeleven zien de mensen gewoonlijk niet.

Als we daarentegen het geheugen te weinig in beslag nemen, als we dus niet genoeg de herinnering van het kind laten werken, dan roepen we voor de latere leeftijd de neiging op om heel gemakkelijk ontstekingen op te lopen van allerlei soort. Om in te zien hoe op de ene leeftijd de lichamelijke toestanden gevolgen zijn van de psychisch-geestelijke toestanden op een andere leeftijd, dat is wat van belang is, wat we weten moeten.

Bron: Rudolf Steiner – GA 226 – Menschenwesen, Menschenschicksal und Welt-Entwickelung – Kristiania, 21 mei 1923 (bladzijde 110-111)

Eerder geplaatst op 5 april 2014

Suikerziekte/Varkensvlees

Het is zo dat suikerziekte tegenwoordig vaker bij Joden voorkomt dan bij niet-Joden. Zeker, ook anderen hebben wel suikerziekte, maar tegenwoordig hebben vooral de Joden het dikwijls. De Jood neemt de suiker moeilijk op, heeft het anderzijds wel nodig.

Dus zou het Joodse dieet erop gericht moeten zijn, het voor het menselijke lichaam zo mogelijk te vergemakkelijken om de suiker te gebruiken, niet meteen af te voeren. Als u het Oude Testament leest, dan zult u allerlei voedingsregels vinden, voedingsregels die tegenwoordig nog in acht worden genomen in de restaurants waar ‘koosjer’ op staat. U zult zulke restaurants wel kennen; daar staat met Joodse letters ‘koosjer’ op. Daar wordt dus koosjer gekookt. Dat wordt volgens de oude voedingsvoorschriften van Mozes bereid. En als u nagaat wat daar eigenlijk aan ten grondslag ligt, dan zult u vinden dat de reden erin ligt, dat de Jood zo mogelijk zo moet eten, dat hij de suiker kan verwerken, omdat dit volk de suiker moeilijk kan verwerken. In het bijzonder het verbod van varkensvlees – het varkensvlees bemoeilijkt buitengewoon de suikerverwerking in de mens – was erop berekend de suikerziekte, diabetes, te voorkomen. Men moet het Oude Testament zelfs medisch kunnen lezen; dan wordt het zeer interessant.

Bron: Rudolf Steiner – GA 348 – Über Gesundheit und Krankheit – Dornach, 13 januari 1923 (bladzijde 261)

Eerder geplaatst op 25 september 2013

Over opvoeding, geheugen en gezondheid – 2 (slot)

We moeten ons de mogelijkheid verschaffen innerlijk geestelijk-psychisch de toegang tot het mensenwezen te krijgen. Dan ervaart men bijvoorbeeld dat men bij kinderen, ongeveer rondom het negende, tiende jaar te veel een beroep op het geheugen, het herinneringsvermogen kan doen of ook te weinig. Alle drukte die men erover maakt dat men het geheugen niet overbelasten moet, kan er ook toe voeren, te weinig een beroep te doen op het geheugen. Stel we houden zo rondom het negende, tiende kinderjaar het geheugen te veel bezig, we belasten het geheugen te veel in de opvoeding, in het onderwijs. De echte gevolgen blijken pas dan, als de mens dertig, veertig jaar oud is geworden of misschien nog later. Dan wordt de mens lijder aan reuma of aan diabetes. Juist als we het geheugen in de verkeerde tijd, zo ongeveer tussen het negende en tiende jaar overbelast hebben, toont zich deze overbelasting van het geheugen in de kinderleeftijd later in een overmatige afzetting van verkeerde stofwisselingsproducten. Deze samenhang door het hele aardeleven zien de mensen gewoonlijk niet. Als we daarentegen het geheugen te weinig in beslag nemen, als we dus niet genoeg de herinnering van het kind laten werken, dan roepen we voor de latere leeftijd de neiging op om heel gemakkelijk ontstekingen van allerlei soort op te lopen. Om in te zien hoe op de ene leeftijd de lichamelijke toestanden gevolgen zijn van de psychisch-geestelijke toestanden op een andere leeftijd, dat is wat van belang is, wat we weten moeten.

Bron: Rudolf Steiner – GA 226 – Menschenwesen, Menschenschicksal und Welt-Entwickelung – Kristiania, 21 mei 1923 (bladzijde 110-111)

Suikerziekte/Varkensvlees

Het is zo dat suikerziekte tegenwoordig vaker bij Joden voorkomt dan bij niet-Joden. Zeker, ook anderen hebben wel suikerziekte, maar tegenwoordig hebben vooral de Joden het dikwijls. De Jood neemt de suiker moeilijk op, heeft het anderzijds wel nodig. Dus zou het Joodse dieet erop gericht moeten zijn, het voor het menselijke lichaam zo mogelijk te vergemakkelijken om de suiker te gebruiken, niet meteen af te voeren. Als u het Oude Testament leest, dan zult u allerlei voedingsregels vinden, voedingsregels die tegenwoordig nog in acht worden genomen in de restaurants waar ‘koosjer’ op staat. U zult zulke restaurants wel kennen; daar staat met Joodse letters ‘koosjer’ op. Daar wordt dus koosjer gekookt. Dat wordt volgens de oude voedingsvoorschriften van Mozes bereid. En als u nagaat wat daar eigenlijk aan ten grondslag ligt, dan zult u vinden dat de reden erin ligt, dat de Jood zo mogelijk zo moet eten, dat hij de suiker kan verwerken, omdat dit volk de suiker moeilijk kan verwerken. In het bijzonder het verbod van varkensvlees – het varkensvlees bemoeilijkt buitengewoon de suikerverwerking in de mens – was erop berekend de suikerziekte, diabetes, te voorkomen. Men moet het Oude Testament zelfs medisch kunnen lezen; dan wordt het zeer interessant.

Bron: Rudolf Steiner – GA 348 – Über Gesundheit und Krankheit – Dornach 13 januari 1923 (bladzijde 261)