Voor en tegen

Een begrip, een idee, een gedachte is eigenlijk, zodra men de geestelijke feiten en geestelijke wezens onder ogen ziet, nooit iets anders dan een afbeelding, een foto, die men in de fysieke wereld, laten we zeggen, van een boom maakt. Als men een afbeelding van een boom van een kant neemt en een afbeelding van een andere kant, een afbeelding van een derde kant – deze beelden zien er alle verschillend uit. Ze zijn van een en dezelfde boom, maar ze zien er alle anders uit. En alleen doordat men deze afbeeldingen van de meest uiteenlopende kanten neemt, kan men, doordat men ze vergelijkt, nauwkeurig een voorstelling, een ervaring van de werkelijkheid verkrijgen.

Daar houdt men tegenwoordig echter niet van. Men houdt van beperkte begrippen. Men houdt ervan dat als men een begrip heeft, dan “heeft” men die nu! Dan wil men daarbij blijven. Dat kan de geesteswetenschap niet. Geesteswetenschap beschrijft de zaak vanuit de meest verschillende kanten; ze beschrijft een keer van de ene kant en weet, dat ze daarmee slechts een eenzijdig beeld, zogezegd een foto vanuit een bepaald gezichtspunt geeft; ze beschrijft het dan van een andere kant, beschrijft het van een derde kant, vanuit een derde gezichtspunt.

Ja, wat nog meer frappeert, is het volgende. Men moet, als men werkelijk spirituele wetenschapper wil zijn, doordrongen zijn van de zo mooi door Goethe benadrukte zin: Tussen twee tegengestelde meningen ligt het probleem er middenin. – Men moet niet alleen weten, als men de waarheid over een geestelijk wezen of een geestelijk feit wil weten, wat er voor te zeggen is, maar ook wat er tegen te zeggen is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 72 – Freiheit/Unsterblichkeit/Soziales Leben – Bazel, 19 oktober 1917 (bladzijde 81-82)

Eerder geplaatst op 10 mei 2015