Over het gebed 

Aan een waar gebed kan ieder mens, op welke trap van ontwikkeling en opvoeding hij ook staat, iets hebben. De meest eenvoudige mens, die misschien niets meer weet dan het gebed zelf, kan het gebed op de ziel laten werken. Het gebed zelf zal het zijn, dat de werkingen kan oproepen die hem steeds hoger en hoger brengen. Maar men is nooit klaar met een gebed, hoe hoog men ook staat; want het kan de ziel altijd nog een trede hoger brengen dan zij al is. […]

Maar er is echter uit de middeleeuwen iets voortgekomen wat het gebed en de gebedsstemming enigszins onrein kan maken, en wat men enkel met het woord “egoïsme” omschrijven kan. […]

Zulke mensen wilden niet alleen volkomen zijn in de zin van de roos, die zich tooit om de tuin mooi te maken, maar zij wilden volmaakt zijn om zichzelf, om in de ziel de eigen gelukzaligheid te vinden. Wie in de ziel de God zoekt en niet met de gevonden krachten terug wil gaan in de buitenwereld, die zal merken dat een dergelijke handelwijze zich op een zekere wijze wreekt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 59 – Metamorphosen des Seelenlebens/Pfade der Seelenerlebnisse – Berlijn, 17 februari 1910 (bladzijde 126-127)

arild-rosenkrantz-the-alter-of-the-soul---spiritual-symbolist-art

The alter of the soul – Arild Rosenkrantz

Eerder geplaatst op 16 maart 2019  (2 reacties)