Geestelijke fijnproevers

We moeten niet vragen: Hoe kan ik snel allerlei occulte krachten in mij ontwikkelen? – of: Hoe kan ik mij afsluiten om maar niet met de werkelijkheid in aanraking te komen? – Wie zo vraagt, is een egoïst en niets anders als een geestelijke fijnproever. Als men alles wat geestelijk bevalt enkel wil genieten, dan gedraagt men zich alleen wat verfijnder dan een ander die met het fijnproeven bij het ontbijt begint. Bij wie de fysieke lust vergaan is, komen menigmaal de meer geraffineerde geestelijke gerechten. Men is op de juiste manier antroposoof als men zich moeite geeft het leven te begrijpen en te dienen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 96 – Ursprungsimpulse der Geisteswissenschaft – Berlijn, 14 mei 1906 (bladzijde 68)

Portrait_of_Rudolf_Steiner_website2Werk van Amanda Sage

Eerder geplaatst op 26 februari 2019  (2 reacties)