Vergelijking

We kunnen in zekere zin dit zich inleven van de mens in een andere wereld schetsen of vergelijken met de vis die uit het water in de lucht wordt verplaatst, die zich echter daarvoor eerst voorbereid heeft, doordat hij zijn kieuwen in longen omgezet heeft. We kunnen daarmee vergelijken het overgaan van een mens van de zintuiglijke waarneming in de geestelijke waarneming, doordat de ziel zich vaardig heeft gemaakt om bepaalde krachten in een ander element te gebruiken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 124 – Exkurse in das Gebiet des Markus-Evangeliums – Berlijn, 13 maart 1911 (bladzijde 186)

Eerder geplaatst op 10 oktober 2017

9783727474408xxl

Een reuzenstap voorwaarts

Met ons gevoels- en wilsleven zijn we geheel niet gescheiden van de doden. Hetgeen wat zich aan onze blik onttrekt, dat is alleen uit onze voorstelling en uit onze zintuiglijke waarnemingen verdwenen.

Het zal een reusachtige stap voorwaarts in de ontwikkeling van het mensengeslacht op aarde betekenen, voor het deel van de levensloop op aarde dat dit mensengeslacht nog te doorleven heeft, als de mensen het bewustzijn hier in zich zullen opnemen: In hun gevoelsimpulsen, in hun wilsimpulsen zijn ze één met de doden!

De dood kan ons uiteindelijk alleen van de fysieke waarneming van de doden beroven. Maar we kunnen niets voelen, zonder dat in de sfeer waarin we voelen, de doden aanwezig zijn, niets willen, zonder dat in de sfeer waarin we willen, de doden eveneens aanwezig zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 182 – Der Tod als Lebenswandlung – Bern, 29 november 1917 (bladzijde 20)

Eerder geplaatst op 21 september 2016 (3 reacties)

Wereldontvluchtende ascese deugt niet voor de helderziendheid

De meditatie leidt eerst weg uit de zintuiglijke waarneming. Door innerlijke arbeid van de ziel wordt de mens vrij van de zintuigen. Iets vergelijkbaars doet zich bij een mens voor bij de operatie van een blindgeborene. Een soort operatie vindt plaats, die spirituele ogen en oren opent. Deze ontwikkeling zal over langere tijd de gehele mensheid bereiken. Het aardse mag men daarom echter niet verloochenen, als men zich hoger ontwikkelen wil. Wereldontvluchtende ascese deugt niet voor de helderziendheid. Helderziendheid is de vrucht van wat de ziel in de zintuiglijke wereld verzamelt. Op mooie wijze vergelijkt de Griekse filosofie de mensenziel met een bij. De wereld van kleuren en licht biedt de ziel de honing die zij meebrengt in de hogere wereld. Zintuiglijke ervaring moet de ziel vergeestelijken en omhoogdragen in hogere werelden.

 Bron: Rudolf Steiner – GA 55 –  Die Erkenntnis des Übersinnlichen in unserer Zeit und deren Bedeutung für das heutige Leben – Berlijn, 22 november 1906 (bladzijde 92-93)

Zie ook: De zintuiglijke wereld is de school

Eerder geplaatst op 8 december 2014

Vergelijking

We kunnen in zekere zin dit zich inleven van de mens in een andere wereld schetsen of vergelijken met de vis die uit het water in de lucht wordt verplaatst, die zich echter daarvoor eerst voorbereid heeft, doordat hij zijn kieuwen in longen omgezet heeft. We kunnen daarmee vergelijken het overgaan van een mens van de zintuiglijke waarneming in de geestelijke waarneming, doordat de ziel zich vaardig heeft gemaakt om bepaalde krachten in een ander element te gebruiken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 124 – Exkurse in das Gebiet des Markus-Evangeliums – Berlijn, 13 maart 1911 (bladzijde 186)

Eerder geplaatst op 15 december 2016

Een reuzenstap voorwaarts

Met ons gevoels- en wilsleven zijn wij geheel niet gescheiden van de doden. Hetgeen wat zich aan onze blik onttrekt, dat is alleen uit onze voorstelling en uit onze zintuiglijke waarnemingen verdwenen. Het zal een reusachtige stap voorwaarts in de ontwikkeling van het mensengeslacht op aarde betekenen, voor het deel van de levensloop op aarde dat dit mensengeslacht nog te doorleven heeft, als de mensen het bewustzijn hier in zich zullen opnemen: In hun gevoelsimpulsen, in hun wilsimpulsen zijn ze één met de doden! – De dood kan ons uiteindelijk alleen van de fysieke waarneming van de doden beroven. Maar we kunnen niets voelen, zonder dat in de sfeer waarin we voelen, de doden aanwezig zijn, niets willen, zonder dat in de sfeer waarin we willen, de doden eveneens aanwezig zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 182 – Der Tod als Lebenswandlung – Bern, 29 november 1917 (bladzijde 20)

Eerder geplaatst op 4 augustus 2014