Kunnen de mensen niet uit zichzelf zonder esoterische scholing een hogere ontwikkeling doormaken?

Iemand zou kunnen zeggen: Kunnen de mensen niet uit zichzelf zonder esoterische scholing een spirituele ontwikkeling doormaken? Zeker zouden ze dat kunnen. Maar dan is het zo alsof iemand zou zeggen: Ik wil wiskunde geheel uit mezelf leren zonder leraar. – Hij zou dan vanzelfsprekend ook van ieder leerboek af moeten zien. Weliswaar zou hij zo ook wiskunde leren, maar hij zou zowat 3000 jaar nodig hebben om iets te leren, dat hij met behulp van een leraar in vijf maanden zou kunnen leren. 

Op zich zou het zeer goed mogelijk zijn, zeer zeker, dat de mens alles wat hij aan geestelijke oefeningen leert, ook zelf zou kunnen vinden. Want de oefeningen liggen alle in de menselijke natuur gefundeerd. Alleen zouden de mensen niet 3000 jaar, maar vele honderdduizenden jaren daarvoor nodig hebben. De weg wordt afgekort door de esoterische scholing. Zij hebben geen ander doel.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – München, 1 juni 1907 (bladzijde 215-216)

rudolfsteinerlecture2011_07-2013_08_19-08_19_05-utc

Schilderij David Newbatt

Eerder geplaatst op 7 augustus 2018

Antroposofie is geen religie, maar een werktuig voor het begrijpen van religies

Antroposofie is geen religie, maar een hulpmiddel voor het begrijpen van religies. Zij verhoudt zich tot de oude religieuze documenten ongeveer zoals de wiskundige leer tot de oude documenten welke als wiskundige leerboeken hebben gefungeerd. Men kan de wiskunde begrijpen vanuit de eigen geesteskrachten, de wetten van de ruimte inzien zonder rekening te houden met die oude boeken. Maar als men die ingezien heeft, de geometrische leer in zich heeft opgenomen, dan zal men het oude boek dat voor het eerst deze wetten voor de menselijke geest heeft opgesteld, des te meer waarderen. Zo is het met de antroposofie.

De bronnen van de antroposofie liggen niet in de oude geschriften, berusten niet op overlevering. Haar bronnen zijn in de werkelijke bovenzintuiglijke werelden; daar moet men ze vinden en vatten, doordat men zijn eigen geestelijke krachten ontwikkelt, zoals men de wiskunde begrijpt, doordat men de krachten van zijn intellect ontwikkelt. Ons verstand, dat ons dient voor het begrijpen van de zintuiglijke wereld, wordt gedragen door een orgaan, de hersens. Voor het bevatten van de wetten der bovenzinnelijke werelden hebben wij eveneens daarmee overeenkomende organen nodig.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a– Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Band I: 1904 – 1909 – Berlijn, 1903 of 1904 (bladzijde 107)

rudolf-steiner-austrian-philosopher-social-260nw-1616937607

Eerder geplaatst op 9 januari 2016  (2 reacties)

Over waarheid en meningen (3 van 5)

Ik heb daar al eens opmerkzaam op gemaakt: tegenwoordig is er eigenlijk alleen overeenstemming in de wiskundige waarheden; want dat zijn de meest alledaagse (Duits: allertrivialsten). Niemand kan zeggen dat hij de mathematische, wiskundige waarheden door de uiterlijke ervaring vindt; maar men vindt ze doordat alles innerlijk ingezien wordt. Als men aantonen wil dat de drie hoeken van een driehoek samen 180 graden bedragen, dan doet men dit doordat men een parallelle lijn met de basislijn door de tophoek trekt en de drie hoeken in een vlak samenlegt; dan is hoek a = d, b = e, c is zichzelf gelijk; en zo zijn de drie hoeken gelijk aan een gestrekte hoek, gelijk aan 180 graden.

InfBeing-09-01

Wie dat eenmaal ingezien heeft, die weet, dat het voor alle driehoeken zo zijn moet, evenals men weet, als men het eenmaal ingezien heeft, dat drie maal drie negen is.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 102 – Das Hereinwirken geistiger Wesenheiten in den Menschen – Berlijn, 1 juni 1908 (bladzijde 193-194)

Eerder geplaatst op 23 juli 2018 

 

 

Waarheid is de gids die de mensen naar eenheid en wederzijds begrip, gerechtigheid en liefde leidt

De waarheid is een verheven doel. Dat blijkt wel uit het feit dat mensen van deze tijd de waarheid, volgens het zojuist opgestelde criterium, alleen op een beperkt, uiterlijk gebied kunnen vinden. Alleen op het gebied van de wiskunde, van rekenen en tellen, heeft de mensheid in het algemeen dit doel tegenwoordig bereikt, omdat dit het gebied is waarop de mens zijn hartstochten, driften  en  begeerten  beteugeld  heeft  en  niet  laat  meespreken.  Waarom zijn alle mensen het erover eens dat drie maal drie negen is en niet tien? Omdat ze, wanneer ze daar een uitspraak over doen, hun  hartstochten,  driften  en  begeerten  tot  rust hebben  gebracht. Bij deze eenvoudige zaak, bij de wiskunde, hebben de mensen het tegenwoordig al zo ver gebracht dat ze hun hartstochten, driften en begeerten laten zwijgen. Als dat niet zo was, zou menige huisvrouw graag negen cent in plaats van een dubbeltje betalen. Dan zou de hartstocht een woordje meespreken. 

Het is dus nodig voor al ons zoeken naar waarheid, dat wij onze impulsen en begeerten het zwijgen opleggen. De mensen zouden het eens kunnen worden over de hoogste waarheden, wanneer  ze op dat gebied net zo ver zouden zijn als ze nu al zijn op het waarheidsgebied van de wiskunde. Maar die wiskundige waarheden zijn iets wat wij ons in het binnenste van onze ziel veroveren, en juist daardoor bestaan ze voor ons. Al spreken honderd of duizend of  meer mensen ons tegen, toch blijft zo’n waarheid voor ons bestaan  en  weten  we  dat  drie  maal  drie  negen  is,  omdat  we  dat  in  de kern van ons wezen begrepen hebben. Zouden die honderd of duizend mensen die een andere mening hebben zich onafhankelijk maken van zichzelf, dan zouden ze tot dezelfde waarheid   komen. 

Wat is dus de weg tot wederzijds begrip en eenheid onder de mensen? Wij begrijpen elkaar op het gebied van rekenen en tellen, omdat wij daar de vereiste houding bereikt hebben. Naarmate wij de waarheid vinden, zal vrede, eendracht en harmonie onder de mensen heersen. Dat is de essentie, dat wij leren begrijpen dat de waarheid iets is wat zich alleen in ons diepste innerlijk aan ons meedeelt, en dat ze iets is wat de mensen altijd weer tot elkaar brengt,  omdat  ze  uit  het  diepst  van  de  ziel  ieder  mens  tegemoetstraalt. 

Zo is de waarheid de gids die de mensen naar eenheid en wederzijds begrip leidt. Daarmee is ze ook de wegbereidster van gerechtigheid en liefde. Deze wegbereidster moeten wij juist dienen, terwijl wij die andere voorbode, die we gisteren hebben leren kennen, moeten overwinnen om via hem het egoïsme te boven te komen. Dat is de missie van de waarheid, dat wij haar steeds meer mogen liefhebben, dat wij haar in ons opnemen en koesteren mogen. Naarmate wij ons innerlijk in dienst stellen van de waarheid, wordt ons zelf  steeds sterker – en juist daardoor kunnen we ons van dit zelf  losmaken. Hoe meer wij de boosheid in ons ontwikkelen, des te zwakker maken we het zelf; hoe meer we de waarheid in ons ontwikkelen, des te sterker maken we ons zelf

Bron: Rudolf Steiner – Metamorfosen van de ziel: De missie van de waarheid – Berlijn, 22 oktober 1909 (blz. 47-49)

Vertaald door Frans van Bussel  en Margreet Meijer-Kouwe, met een nawoord van Ineke van der Duyn Schouten 

Rudolf  Steiner / Werken en voordrachten © 2013 Stichting Rudolf  Steiner Vertalingen

Duitstalige bron: GA 58 – Metamorphosen  des  Seelenlebens / Pfade  der  Seelenerlebnisse: III. Die Mission der Wahrheit – Berlijn, 22 oktober 1909 (blz. 88-90)

Niets, helemaal niets beweert de geesteswetenschapper dan wat elke geleerde in zijn vakgebied beweren kan

Niets, helemaal niets beweert de geesteswetenschapper dan wat elke geleerde in zijn vakgebied beweren kan. Stel je voor, iemand zegt u een wiskundige waarheid. Als u zelf nooit wiskunde heeft geleerd, dan heeft u niet de kennis om deze waarheid te controleren. Geen mens zal ontkennen dat men voor de beoordeling van een wiskundige waarheid zich eerst de nodige vaardigheden eigen moet maken. Geen autoriteit kan over een dergelijke waarheid beslissen; alleen degene die ze heeft ervaren, kan daarover oordelen.

Zo kan ook over een occulte waarheid alleen degene beslissen, die zo’n waarheid zelf ervaren, zelf beleefd heeft. Onze tijdgenoten verlangen echter vandaag de dag van de occultisten, dat hij onmiddellijk en voor elk gemiddeld verstand bewijst, wat hij te zeggen heeft. Men beroept zich daarbij op de zin: Wat waar is, moet zich bewijzen laten en iedereen moet in staat zijn het in te zien. – De geesteswetenschap beweert echter niets anders dan wat iedere andere geleerde op zijn vakgebied ook beweert, en hij verlangt niets, wat niet ook iedere wiskundige verlangt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 89 – Bewußtsein / Leben / Form – Berlijn, 26 mei 1904 (bladzijde 89-90)

Eerder geplaatst op 6 januari 2018

1717584-Bob-Dylan-Quote-Don-t-criticize-what-you-can-t-understand