Vergeleken met wat we op aarde aan pijn, aan lijden beleven, zien we op het geestelijke plan dat de op het fysieke plan doorstane smarten en gedragen leed verder werken en op het geestelijke plan onze ziel zo doordringen met krachten, dat deze krachten wilskrachten worden. Dat we daardoor in de ziel sterker worden en de mogelijkheid hebben deze sterkte in morele kracht om te zetten, die we dan op het fysieke niveau meebrengen kunnen, om niet alleen bepaalde vaardigheden te hebben, waarmee we iets waardevols creëren kunnen voor de omgeving, maar om ook de morele kracht te hebben om met deze vaardigheden karaktervol te handelen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 153 – Inneres Wesen des Menschen und Leben zwischen Tod und neuer Geburt – Wenen, 14 april 1914 (bladzijde 166)
Eerder geplaatst op 9 oktober 2017 (7 reacties)