Over geheugenverbetering

Alleen door op het gewoonteleven van de mens, op zijn gewoonten te werken vormt u de wil en daarmee het herinneringsvermogen. Met andere woorden: u moet nu doorzien waarom alles wat bij een kind een intensieve interesse wekt, er ook toe bijdraagt zijn geheugen daadwerkelijk te versterken. Want het geheugen moet men versterken vanuit het gevoel en de wil en niet door bijvoorbeeld pure intellectuele geheugentraining.

Bron: Rudolf Steiner – GA 293 – Allgemeine Menschenkunde als Grundlage der Pädagogik – Stuttgart, 29 augustus 1919 (bladzijde 122)

Eerder geplaatst op 29 juni 2016  (1 reactie)

Over geheugenverbetering

Alleen door op het gewoonteleven van de mens, op zijn gewoonten te werken vormt u de wil en daarmee het herinneringsvermogen. Met andere woorden: u moet nu doorzien waarom alles wat bij een kind een intensieve interesse wekt, er ook toe bijdraagt zijn geheugen daadwerkelijk te versterken. Want het geheugen moet men versterken vanuit het gevoel en de wil en niet door bijvoorbeeld pure intellectuele geheugentraining.

Bron: Rudolf Steiner – GA 293 – Allgemeine Menschenkunde als Grundlage der Pädagogik – Stuttgart, 29 augustus 1919 (bladzijde 122)

Eerder geplaatst op 6 april 2014

Wat is Akashakroniek?

Wat is Akashakroniek? We krijgen er de beste voorstelling van als we ons duidelijk maken, dat alles wat op onze aarde of verder op de wereld gebeurt, een blijvende indruk op bepaalde verfijnde essenties maakt, die voor de ziener die een inwijding heeft doorgemaakt, te vinden zijn. Het is niet een gewone kroniek, maar een kroniek die men als een levende kroniek zou kunnen kenschetsen. Stel een mens die in de eerste eeuw na Christus leefde. Wat hij toentertijd gedacht, gevoeld, gewild heeft, wat in zijn daden is overgegaan, dat is niet uitgedoofd, maar het is bewaard in deze verfijnde essentie.

De ziener kan het “zien”. Niet zo alsof het opgeschreven zou zijn in een geschiedenisboek, maar zoals het gebeurd is. Hoe men zich beweegt, wat men gedaan heeft, hoe men bijvoorbeeld een reis gemaakt heeft, dat kan men zien in deze geestelijke beelden. Toch mogen we ons niet voorstellen, dat deze beelden er zo uitzien alsof ze afdrukken van de fysieke persoonlijkheden hier zijn; dat is niet het geval. Om een eenvoudig beeld te gebruiken: Als men zijn hand beweegt, dan is de wil van de mens overal in de kleinste delen van de bewegende hand, en deze kracht van het willen die zich hier verbergt, die kan men zien. Dat wat nu geestelijk werkt in ons en in het fysieke is uitgestroomd, dat ziet men daar in het geest.

Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – Die Theosophie des Rosenkreuzers – München, 28 mei 1907 (bladzijde 44)

Zie ook: Het staat geschreven in het Grote Levensboek en het is niet onopgemerkt voorbij gegaan en ook Akashakroniek 

Onze meningen zijn er geheel niet van afhankelijk of iets ons logisch wordt bewezen

Hoe velen trachten, als ze zich met een wereldbeschouwing hebben beziggehouden, zodat ze ervan overtuigd zijn, nu ook anderen daarvan te overtuigen. Ze geloven dat het een lovenswaardige poging is als ze zeggen: ‘Aangezien ik het zo duidelijk inzie, zou ik toch eigenlijk iedereen tot deze overtuiging moeten kunnen brengen!’ Dat is echter een naïviteit. Onze meningen zijn er geheel niet van afhankelijk of iets ons logisch wordt bewezen. Dat is in heel weinig gevallen mogelijk. Want de meningen en overtuigingen van mensen zijn uit heel andere ondergronden van zijn ziel – vanuit zijn wilsnatuur, zijn gemoeds- en gevoelsnatuur gevormd, zodat een mens zeer goed uw logische uiteenzettingen kan begrijpen, uw scherpzinnige conclusies kan begrijpen en ze toch helemaal niet opneemt om de eenvoudige reden dat, wat een mens gelooft en wat hij erkent, niet uit zijn logica en zijn begrip voortvloeit, maar uit de hele persoonlijkheid, dat wil zeggen uit die delen waar wil en gemoed spreken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 60Antworten der Geisteswissenschaft auf die großen Fragen des Daseins – Berlijn 12 januari 2011 (bladzijde 242)

Zie ook: Logische argumenten geven zelden de doorslag

Eerder geplaatst op 8 augustus 2012

Over geheugenverbetering

Alleen doordat u (als opvoeder) op de gewoonten van de mens, op het telkens terugkerende werkt, brengt u zijn willen en daarmee ook zijn herinneringskracht in orde. Dat betekent met andere woorden: U moet inzien (Duits: auf diese Art durchschauen), waarom alles wat bij het kind een intensieve interesse wekt, ook ertoe bijdraagt, zijn geheugen daadwerkelijk te versterken. Want het geheugen moet men verbeteren vanuit het gevoel en de wil, niet door louter intellectuele geheugenoefeningen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 293 – Allgemeine Menschenkunde als Grundlage der Pädagogik – Stuttgart, 29 augustus 1919 (bladzijde 122)