Veredeling van het etherlichaam door schoonheid

Elke combinatie van materie op het fysieke gebied heeft geen etherisch lichaam, maar alles wat groeit heeft een etherisch lichaam.

Als iemand op een beeldende of plastische manier artistiek bezig is, heeft dat een effect op het etherlichaam. Een artistiek gevormd beeld of een schilderij werkt direct in op het etherisch lichaam. Een deugd daarentegen werkt op het astrale lichaam.

Veel edele mensen die uit het devachan terugkeren, ontmoeten een etherisch lichaam dat op geen enkele manier past bij hun gevorderde astrale lichaam, omdat ze niets hebben gedaan aan georganiseerde activiteit op het gebied van schoonheid.

Het komt daarom voor dat veel mensen die in hun laatste incarnatie een zeer heilig leven hebben geleid, maar zich niet hebben bekommerd om wat edel is in de zintuiglijke wereld, bij het naderen van een volgende incarnatie een angst voor wedergeboorte ervaren, omdat ze hun etherische lichaam niet hebben veredeld door de inwerking van die schoonheid die afhankelijk is van de zintuigen.

Dit veroorzaakt heel vaak een vrees voor incarnatie en in een extreem geval wedergeboorte met een psychische stoornis (Duits: Idiotismus) . Wanneer een mens tijdens zijn leven door die stoornis al het nadelige in zijn etherlichaam ervaart, wordt dit in de volgende incarnatie gecompenseerd. Want de mens krijgt op het moment van incarnatie, van geboorte een schok als hij zijn etherlichaam niet heeft veredeld door die schoonheid die afhankelijk is van de zintuigen.

De vrijmetselarij heeft daarom schoonheid als tweede principe genomen. Wijsheid, Schoonheid en Macht of Kracht zijn de drie opbouwende krachten; deze moeten ontwikkeld worden.

Ieder die alle drie bezit, zal in zijn volgende incarnatie een mens worden die harmonieus in zijn drie lichamen past.

Bron: Rudolf Steiner – GA 93a – Grundelemente der Esoterik – 19 oktober 1905 – Berlijn (blz. 163-164)

Grateful-Mandala2

Grateful Mandala – Schilderij door Carol Herzer

Waarom komt men zo veel ruzie, conflicten, haat tegen? (5 van 10)

Wie deze bewering oppervlakkig uitlegt, moet deze miskennen en kan het slechts fantasterij vinden. De goedkope tegenwerping dat er toch zeer wijze mensen met een zwakke gezondheid en robuuste mensen met minder wijsheid zijn, kan toch ook degene zelf wel maken, die bovenstaande bewering oppert. Zo eenvoudig liggen de dingen echter beslist niet, dat met dergelijke tegenwerpingen iets zwaarwegends gezegd zou zijn. Oorzaak en uitwerking, dwaling en kwaad liggen vaak ver uit elkaar. En reeds om in de betekenis van zo’n bewering door te dringen, moet men zich dieper met de antroposofische denkwijze inlaten.

Morele en fysieke kwalen komen voort uit fouten en dwalingen: en wie zich naar waarheid en wijsheid opwerkt, die bevordert het moreel goede en ook de lichamelijke gezondheid in de wereld. Daarin ligt de juistheid van de beweringen over geestelijke genezing. En het gaat erom in te zien, dat de mens de moraliteit en de gezondheid vooruit brengt als hij de goddelijke wijsheid, waaruit de harmonie in de wereld is ontstaan, ook in zijn ziel laat binnenstromen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 177-178)

http://fvn-archiv.net/PDF/GA/GA034.pdf#page=177

Eerder geplaatst op 2 juni 2018

Waarom komt men zo veel ruzie, conflicten, haat tegen? (4 van 10)

In onze tijd wordt zo’n bewering maar moeilijk begrepen. Wat zou het hedendaagse denken waanzinniger kunnen lijken als iemand beweert: lichamelijke ziekte heeft iets met misleiding en vergissingen, gezondheid echter met ware en juiste ideeën van doen? De toekomst zal uitwijzen dat echt bijgeloof niet in de erkenning van deze bewering ligt, maar in het loochenen hiervan.

Wie de ziel en de geest werkelijk kent, die maakt hen niet tot aanhangsel van het materiële, maar hij ziet ze als de beheerser van de materie. En het wezen van ziel en geest zijn waarheid en wijsheid. Niet alleen in uiterlijke zin brengen waarheid en wijsheid het goede en beste tot stand, maar ze scheppen als krachten van ziel en geest de vervolmaking in de buitenwereld.

Niet in een korte uiteenzetting zoals hier zal worden gegeven, kan het bewezen worden, wel echter wordt het door het doordringen in de antroposofie voor ieder verhelderend, dat gezondheid van het lichaam het gevolg van wijsheid en waarheid in de ziel, ziekte echter de uitwerking van fouten en onwijsheid is.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 177)

Eerder geplaatst op 1 juni 2018

Waarom komt men zo veel ruzie, conflicten, haat tegen? (2 van 10)

Het is het wezenlijke van de antroposofische levensbeschouwing dat men er door tot de onwankelbare overtuiging komt, dat in ziel en geest de werkelijke krachten en oorzaken zijn van alles wat in de wereld gebeurt, en niet in wat de uiterlijke zintuigen waarnemen. Wie tot zulk een overtuiging is gekomen, is het ook duidelijk dat ware ideeën en gedachten de edelste krachten in de zielen doen ontwaken en dat conflicten, haat en ruzie de gevolgen zijn van dwaling en misleiding. Zo lang men het voor om het even houdt, wat de mens denkt, zo lang zal men ook aan de verbreiding van bepaalde leren geen bijzondere waarde hechten. Is men echter duidelijk gaan inzien, dat de wereld niet aan blinde krachten maar aan goddelijke wijsheid haar oorsprong en inrichting te danken heeft, dat wijsheid hoe dan ook de oorzaak van alle ontwikkeling en alle vooruitgang in de wereld is, dan zal ook het inzicht baanbreken, dat de goedheid des harten uit de overeenstemming met deze goddelijke wijsheid moet ontstaan

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 176)

Eerder geplaatst op 30 mei 2018 (2 reacties)

De materiële wereld is de uitdrukking van een stoffelijk gestalte gegeven wijsheid, de goddelijke wijsheid

Beschouwen wij de wonderbaarlijke structuur van een dijbeen, het been dat het gehele lichaam ondersteunt en waarvan de oppervlakten zodanig met elkaar verbonden zijn, dat met de kleinst mogelijke stofmassa de grootst mogelijke stevigheid wordt bereikt. Geen ingenieur zou zo’n wonder voor elkaar kunnen krijgen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 94 – Kosmogonie -Parijs, 28 mei 1906 (bladzijde 35)

dijbeen21

Eerder geplaatst op 17 september 2013