Rudolf Steiner – Antroposofie en socialisme (5) – Radicale socialisten beweren: zulke hersenspinsels helpen de wereld niet.

Radicale socialisten beweren: ‘Wij moeten de onderdrukte klasse oproepen tot strijd tegen de onderdrukkers; wij moeten degenen die vandaag de dag economisch zwak zijn, de macht in handen geven, zodat hun arbeid niet altijd een buit blijft van de klassen die hen overheersen. De macht van de werkende klassen moet met alle mogelijke middelen veroverd worden. Vanuit een welbegrepen eigenbelang moet de arbeider strijd voeren; en jullie, theosofen en antroposofen willen hem die dromerijen over “algemene mensenliefde” en “broederschap” aanpraten. Daarmee leiden jullie hen alleen maar af van wat hem werkelijk helpen kan. Hebben de heersende klassen soms hun macht op “mensenliefde” en “broederlijkheid” gebouwd? Het is een hersenspinsel als jullie geloven dat ooit zulke idealen de wereld kunnen regeren. Wat de heersende klassen verworven hebben, dat hebben ze vanuit de egoïstische belangen van hun klassen bereikt; en net zo kunnen de onderdrukten van tegenwoordig ook alleen uit de belangen van hun klasse handelen.’

En aan zulke meningen wordt dan de vanzelfsprekende conclusie geknoopt: “De werkende en noodlijdende bevolking zou lang kunnen wachten, als ze er op rekenen zouden dat de idealisten met hun gepraat over “liefde” en “onbaatzuchtigheid” ook maar iemand ertoe brengt, naar de oplossing van een sociaal probleem te streven als die oplossing in strijd is met de belangen van zijn klasse.’

Wordt vervolgd

Bron: GA 034 –  GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis»  (bladzijde 433 -434)

Rudolf Steiner – Nood, ellende en leed zijn niets anders als een gevolg van het egoïsme (4)

Zolang de sociaaldemocratie de werkende klasse aanzet tot het idee, dat de mens aanspraak moet maken op de volle opbrengst van zijn arbeid, zo lang zal de mensheid in slechtere en slechtere toestanden terechtkomen. De geesteswetenschap moet het omgekeerde ontwikkelen vanuit het denken en voelen: De mens mag niets voor zichzelf willen van zijn arbeid. De mens is de sociale gemeenschap arbeid verschuldigd. De mens moet omgekeerd zijn levensonderhoud beperken tot wat de sociale gemeenschap hem schenkt.

Wordt vervolgd

Bron: GA 266a – Hamburg, 3 maart 1906 (bladzijde 129)