Vijandigheden en weerleggingen

Ik wil nog eens benadrukken dat het volstrekt niet genoeg is om op de manier waarop het zeer vaak gebeurd is, als er hier en daar vijandigheden tegen ons optreden – ik heb dat eergisteren hier al gezegd -, om deze vijandigheden alleen maar te weerleggen. Zulke weerleggingen die men weliswaar soms vanuit een zekere noodzaak moet maken, hebben helemaal geen nut, ze helpen werkelijk niets. Want men heeft in de huidige tijd bij bepaalde categorieën of groepen van mensen die in het geestelijke of overige leven werken, niet te maken met mensen voor wie een weerlegging of een verdediging er iets toe doet, voor wie het op een of andere manier op een verdediging aankomt. Maar men heeft te maken met mensen voor wie er niets aan gelegen is om de waarheid te verspreiden, maar voor wie het erop aankomt onwaarheden te verspreiden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 203 – Die Verantwortung des Menschen für die Weltentwickelung – Dornach, 8 februari 1921 (bladzijde 207)

Eerder geplaatst op 12 oktober 2017 (4 reacties)

720x2000x0_p7c31s1a1d1i123365p0z5r1c2f1

De kritieken van het kaliber zoals ze er tegenwoordig nog tegen de geesteswetenschap zijn, zullen verstommen

In een paar toespraken kan ik altijd alleen maar aansporingen geven. Spirituele wetenschap kan men tegenwoordig gemakkelijk vijandig gezind zijn, gemakkelijk weerleggen, want zij kan altijd slechts stimulansen geven. Dan is het voor iemand die één, twee voordrachten een keer hoort, werkelijk doodeenvoudig om alle mogelijke weerleggingen te geven, de strengste kritiek aan te voeren, natuurlijk.

Maar zo gelukkig is de geesteswetenschap in deze tijd niet, dat zij talloze leerstoelen, zoals de andere wetenschap, ter beschikking heeft. Dat zal ook komen. En dan zullen de kritieken van het kaliber zoals ze er tegenwoordig nog tegen de geesteswetenschap zijn, verstommen. Zulke dingen zijn in de loop van de menselijke evolutie op de meest uiteenlopende wijze gebleken. Met die kritiek zal het net zo gaan, als het met deze dingen is gegaan. Maar de geesteswetenschap kan tegenwoordig nu eenmaal alleen aansporen. Ze kan ook wat betreft de sociaal-morele ideeën alleen stimulansen geven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 72 – Freiheit/Unsterblichkeit/Soziales Leben – Bazel, 24 november 1917 (bladzijde 182-183)

Eerder geplaatst op 24 mei 2015 (3 reacties)

Het is niet bijzonder moeilijk om veel op dit gebied te bespotten

Men heeft het werkelijk niet nodig zijn verstand bijzonder in te spannen om schijnbare weerleggingen te vinden voor beweringen die de onderzoeker doet over bijzondere samenhangen tussen de afzonderlijke aardelevens van de mensen. Ja, het is ook niet bijzonder moeilijk om veel op dit gebied te bespotten, aangezien het toch tot de “verborgen diepten van het bestaan” behoort en het er ten opzichte van het gangbare denken gemakkelijk zonderling uit kan zien.

Als bijvoorbeeld de geesteskenner zegt: het komt voor dat een mens in een aardeleven zwakzinnig of krankzinnig (Duits: idiotisch) was, zich echter juist door zijn ervaringen als krankzinnige, waarop hij na de dood terugblikt, zich voor een volgend aardeleven de krachten eigenmaakt voor een filantropisch genie, dan zullen mensen met een bepaalde gezindheid om zo’n bewering natuurlijk lachen en er de spot mee drijven; wie echter door een blik op het ware geesteswetenschappelijke onderzoek en de daarmee noodzakelijk samenhangende gevoelsstemming van de onderzoeker, een begrip krijgt voor de diepe ernst, waarop een dergelijke uitspraak gebaseerd is, van de geestelijke arbeid, waarmee men zo’n uitspraak aan de ziel ontworstelt (Duits: abringt), die zal het lachen en de spot vergaan.

Bron: Rudolf Steiner – GA 35 – Philosophie und Anthroposophie, Gesammelte Aufsätze 1904 – 1923  (bladzijde 165) 

Eerder geplaatst op 20 juni 2014 

Voor en tegen

Degenen van de geachte aanwezigen die vaker voordrachten van mij hebben gehoord, zullen weten dat het vanuit de geesteswetenschappelijke gezindheid mijn gewoonte is niet alleen te zeggen wat voor een zaak spreekt, maar ook te zeggen wat er tegen spreekt. En in het bijzonder in meer besloten voordrachten over hogere gebieden der antroposofie zorg ik ervoor dat altijd te doen. Zodat degene, die mijn geschriften doorwerkt, in deze geschriften niet alleen vindt, waarmee men bepaalde geestelijke feiten, geestelijke wezens aantonen (Duits: begründen) kan, maar ook waarmee men de dingen weerleggen kan. Alleen daardoor krijgt men een waarheidsgetrouw inzicht (Duits: Erlebnis).

Bron: Rudolf Steiner – GA 072 – Freiheit/Unsterblichkeit/Soziales Leben – Bazel, 19 oktober 1917  (bladzijde 82)

Eerder geplaatst op 24 maart 2016

Vijandigheden en weerleggingen

Ik wil nog eens benadrukken dat het volstrekt niet genoeg is om op de manier waarop het zeer vaak gebeurd is, als er hier en daar vijandigheden tegen ons optreden – ik heb dat eergisteren hier al gezegd -, om deze vijandigheden alleen maar te weerleggen. Zulke weerleggingen die men weliswaar soms vanuit een zekere noodzaak moet maken, hebben helemaal geen nut, ze helpen werkelijk niets, want men heeft in de huidige tijd bij bepaalde categorieën of groepen van mensen die in het geestelijke of overige leven werken, niet te maken met mensen voor wie een weerlegging of een verdediging er iets toe doet, voor wie het op een of andere manier op een verdediging aankomt, maar men heeft te maken met mensen voor wie er niets aan gelegen is om de waarheid te verspreiden, maar voor wie het erop aankomt onwaarheden te verspreiden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 203 – Die Verantwortung des Menschen für die Weltentwickelung – Dornach, 8 februari 1921 (bladzijde 207)

Eerder geplaatst op 20 december 2016