Wereldvreemd en ver van de werkelijkheid

Hoewel het hier al vaker genoemd is van de een of andere kant, mag er misschien toch nog wel eens op worden gewezen, dat het het onredelijkste en tegelijk  onmogelijkste verwijt is, dat men de geesteswetenschap en haar arbeid kan maken, dat zij de mensen op een of andere manier wereldvreemd en ver van de werkelijkheid zou maken, of ze tot ascese zou verleiden. Steeds weer moet worden benadrukt dat aan onze zintuiglijke wereld, onze wereld van het aardse leven een geestelijke wereld met haar wezens en krachten ten grondslag ligt, die voortdurend in onze zintuiglijke wereld inwerkt en dat daarom diegene wereldvreemd en ver van de werkelijkheid genoemd moet worden, die zich niet om de ware en werkelijke krachten van het bestaan bekommert en zich enkel tot de uiterlijke wereld, op wat de zintuigen zeggen en wat ze genieten kunnen, beperken wil.

Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – Die Erkenntnis der Seele und des Geistes – Berlijn, 12 december 1907 (bladzijde 132)

Eerder geplaatst op 10 mei 2012.