Over lijden en het lot

De grote vraag van het lot komt bij de ene mens vaak intensiever naar voren dan bij de andere: Hoe vindt de ziel zijn weg in dit bestaan? (Duits: Wie findet die Seele sich zurecht in diesem Dasein?) – in dit bestaan, dat ons in eerste instantie omringt als de aardse-fysieke wereld, waarin voor het zielsoog oplicht dat wat geestelijk deze aardse-fysieke wereld doordringen kan. Wat het leven aan vreugde, aan verheffends, kan bieden, is sterk in het leven. De mens blijft gemakkelijk in dit fysieke leven steken. Dan komen de lotsvragen vanuit de genoegens, vanuit de vreugden van het leven, niet met alle intensiteit naar boven! De grote vraagstukken van het lot, de grote wereldraadsels, ze komen bij de mens op wanneer er pijn is, wanneer het lijden de mens treft. 

Degene, beste vrienden, die zich iets heeft verworven als wereldkennis, die zal vanuit zijn diepste ervaringen, vanuit zijn diepste belevenissen nooit zeggen: ‘Uit mijn vreugden, uit  mijn genoegens van het leven, heb ik inzicht verkregen’ (Duits: ist mir Erkenntnis geworden). – Diegene zal zeggen dat het juist het lijden en de pijnen zijn, die ontspruiten als het licht van kennis van de ziel. En het lijden en de smarten die in het leven komen, zij wijzen sterker naar het eeuwige dan de vreugden. En toen onze vriendin al – zoals haar zoektocht naar het licht van de geest toont – een van die diepere zielen was die haar eigen licht met het goddelijke licht van de wereld wilde verenigen, werd ze nog meer verdiept in het leven door ernstig lijden, door pijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 261 – Unsere Toten / Ansprachen, Gedenkworte und Meditationssprüche 1906-1924 – Bazel, 27 oktober 1920 (bladzijde 251)

PS Deze tekst komt uit een toespraak die Steiner hield bij de crematie van Caroline Wilhelm, een lid van de antroposofische vereniging.

Eerder geplaatst op 14 maart 2019  (2 reacties)

steiner

Over de zin van lijden

Lijden is een begeleidend verschijnsel van de hogere ontwikkeling. Het is onontbeerlijk voor kennis. Eens zal de mens zich zeggen: Ik ben dankbaar voor wat de wereld mij geeft aan vreugde. Maar als ik echter voor de keuze gesteld zou worden, of ik mijn vreugde of mijn lijden wil behouden, zal ik het lijden willen behouden; ik kan haar niet ontberen voor kennis. Elk leed ziet er na een bepaalde tijd uit als iets dat men niet kan missen, want we moeten het beschouwen als iets dat inbegrepen is in de ontwikkeling. Er is geen ontwikkeling zonder lijden, zoals er geen driehoek zonder hoek is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 110 – Geistige Hierarchien und ihre Widerspiegelung in der physischen Welt – Düsseldorf, 21 april 1909 (bladzijde 182)

Eerder geplaatst op 20 mei 2018  (7 reacties)

SteinerRudolf_midlife

Devachan – Oneindig geluk

Zo zien we dat in het devachan (toestand tussen aardse levens, geestelijke wereld, godenland, hemel) het leven zijn onbevredigende karakter in werkelijkheid geheel verliest. Juist ook zonder de egoïstische, aardse maatstaven van de mens kan hij het leven daar toch ervaren als iets dat hem vervult met een gevoel van oneindig geluk. Daar komt nog bij dat het bevrijd zijn van het fysieke lichaam, van de lagere wezensdelen waarin de mens hier op aarde als het ware gevangen zit, al een gevoel geeft van groot geluk. Alleen al dat deze aardse grenzen doorbroken zijn, dat je niet meer aan je fysieke lichaam bent gekluisterd, is een voortdurende bron van vreugde. Het devachan is daardoor een tijd  waarin de mens zich zo veelzijdig, zo vrij en onbekommerd in alle richtingen kan ontplooien als hij hier op aarde nog nooit heeft meegemaakt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – De theosofie van de Rozenkruisers – München, 29 mei 1907 (blz. 54)

Vertaling Gerrit Zunneberg

Eerder geplaatst op 13 juni 2013  (2 reacties)

522x840

Wijsheid / Lijden / Pijn

In de geesteswetenschap is altijd gezegd dat menselijke wijsheid iets te maken heeft met ervaringen, in het bijzonder met pijnlijke ervaringen. Hij die actueel in de greep van smart en lijden is, zal misschien in dit lijden iets als een innerlijke disharmonie zien. Maar degene die pijn en lijden heeft overwonnen en de vrucht ervan in zichzelf draagt, zal u altijd steeds weer zeggen dat hij daardoor iets van wijsheid heeft opgenomen. De vreugden en lusten van het leven, de voldoening die het leven mij heeft gegeven, aanvaard ik dankbaar; maar minder dan dat zou ik mijn pijn en lijden, die achter mij liggen, willen opgeven: ik heb wijsheid te danken aan mijn pijn en lijden. Spiritueel onderzoek heeft in wijsheid altijd zoiets gezien als uitgekristalliseerde pijn die is overwonnen en getransformeerd in het tegendeel.

Bron: Rudolf Steiner – GA 55 – Die Erkenntnis des Übersinnlichen in unserer  Zeit und deren Bedeutung für das heutige Leben – II. Blut ist ein ganz besonderer Saft – Berlijn, 25 oktober 1906 (blz.40)

Vreugde beter dan een sanatorium

Veel beter is het om een uitgeput (Duits: abgearbeiteten) mens niet naar een sanatorium te brengen, maar in een omgeving waar hij vreugde beleeft, ten eerste psychische vreugde, maar ook fysieke vreugde. De mensen in een omgeving van vreugde te brengen, waar bij iedere stap het innerlijke gevoel van vreugde ontwaakt, dat is het wat hem gezond maakt; wanneer hij bijvoorbeeld de zonnestralen door de bomen ziet schijnen, de kleuren en de geuren van bloemen ervaart.

Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – Die Erkenntnis der Seele und des Geistes: X. Das Gesundheitsfieber – München, 5 december 1907 (bladzijde 222)

Eerder geplaatst op 28 september 2017 (1 reactie)

Bloementuin+met+bloemen+in+vele+kleuren