Waarom wijzen velen de antroposofie af?

Het kan zijn, dat een mens zich te zwak voelt, dat hij niet de kracht in zichzelf kan vinden tot begrip voor mededelingen uit de geestelijke wereld. Als dat het geval is, wijst hij ze af uit een soort drift tot zelfbehoud. Hij zou zichzelf verwarren als hij deze mededelingen in zich op zou nemen. Dat voelt hij. En in wezen is het bij allen, die de op de weg van het geestelijk onderzoek verkregen mededelingen afwijzen, deze drift tot zelfbehoud, die deze dingen verwerpt: een bewustzijn dat niet in staat is, oefeningen – dus in de beste zin van het woord ascese – op zichzelf toe te passen. Een dergelijke zelfbeschermingdrang zegt: Als ik deze dingen zou benaderen, zouden ze mij verwarren; ze zouden, als ze in mijn gedachten zouden komen, mijn geest vervullen; ik zou er niets mee kunnen beginnen; dus wijs ik ze af!

Bron: Rudolf Steiner – GA 58 – Metamorphosen des Seelenlebens – Berlijn 11 november 1909 (bladzijde 196-197)

verwarring-is-een-signaal-dat-je-op-het-punt-staat-iets-nieuws-te-leren-spreuk

Eerder geplaatst op 21 april 2018  (1 reactie)

Verborgen geestelijke oorzaken (1 van 2)

Alles wat slechts over het bovenzinnelijke wordt gedroomd en gefantaseerd, sticht alleen maar verwarring. want het is niet in staat de  tegenstanders te bevredigen. Deze hebben immers gelijk, wanneer zij zeggen, dat een dergelijk verwijzen naar bovenzinnelijke wezens in algemene zin voor het begrip van de feiten op geen enkele wijze bevorderlijk is. Zeker, zulke tegenstanders zouden ook tegen de uitdrukkelijke mededelingen van de geesteswetenschap hetzelfde kunnen aanvoeren. Maar dan kan er op worden gewezen, hoe zich in het uiterlijk waarneembare leven de gevolgen van verborgen geestelijke oorzaken tonen. 

Men kan zeggen: neem eens aan, dat het juist is, wat het geestelijk onderzoek door middel van waarneming zegt met zekerheid te hebben gevonden, nl. dat de mens na zijn dood een louteringstijd heeft doorgemaakt en dat hij in die tijd in zijn ziel heeft beleefd, welke belemmering voor zijn verdere ontwikkeling wordt gevormd door een bepaalde daad, die hij in een voorgaand leven heeft volbracht. Terwijl hij dit beleefde, ontstond in hem de aandrift, de gevolgen van deze daad goed te maken. Deze aandrift brengt hij in een volgend leven mee. de aanwezigheid van deze aandrift vormt die trek in zijn wezen, die hem een plaats bezorgt, waar dit goed-maken mogelijk is. Als men op een totaal van dergelijke aandriften let, heeft men een oorzaak voor de omgeving, waarin een mens overeenkomstig zijn lot geboren wordt.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 13 – DIE GEHEIMWISSENSCHAFT IM UMRISS: – Schlaf und Tod (bladzijde 127-128)

Deze vertaling is van F. Wilmar

a4653a78f6a700602e4d09a821516f29

Dit is het wat een oneindige verwarring en oneindige chaos aanricht

De mogelijkheid om concreet te spreken over de verhouding van het geestelijke tot het fysiek-zintuiglijke heeft de mensheid zich geheel afgewend. De mensheid zou tegenwoordig graag alles – als ik de triviale uitdrukking gebruiken mag – over één kam scheren. De mensheid zou het liefst theorieën uitvinden volgens welke men de mensen over de gehele wereld op gelijke wijze gelukkig maken kan. De socialist van tegenwoordig denkt dat bepaalde ideeën de juiste zijn voor het mensenleven, de juiste zijn voor Engeland, voor Amerika, voor Rusland, voor Azië; als alle hun staten zo inrichten, als het socialisme het wil, dan komt vanzelfsprekend het geluk dat de mens van tegenwoordig zich op aarde in zijn dromen voorstelt. Zo denkt de mens.

Dit alles zijn abstracties, het zijn allemaal onwerkelijke begrippen en ideeën; niet weten dat zich op het ene gebied op aarde vanuit een bepaald volk zich het ene voorbereid, op een ander gebied op aarde het andere voorbereid, niet de mogelijkheid hebben om het grote verschil tussen het Westen en het Oosten te begrijpen: dat is het wat een oneindige verwarring en oneindige chaos aanrichten moet. Want alleen wanneer de mens de mogelijkheid heeft om een brug te slaan van zijn ziel naar de objectieve feiten kan hij op een gunstige manier meewerken aan de vormgeving van het bestaan op aarde.

Bron: Rudolf Steiner – GA 178 – Individuelle Geistwesen und ihr Wirken in der Seele des Menschen – Zürich, 13 November 1917 (bladzijde 104)

Eerder geplaatst op 13 maart 2017 (3 reacties)

Automatisch

De mens doet in het gewone leven vele verrichtingen die voor zijn geest onbewust blijven. Hij zal bijvoorbeeld zijn ogen sluiten als er een vlieg mee in aanraking komt. Zou dit proces van het ogen sluiten eerst uitgedacht moeten worden, dan zou er niet veel van terecht komen. Deze activiteit en nog vele andere zijn pas door talloze vergissingen geleerd. Zo hebben ook de hoogste wezens hun grootheid alleen daardoor verkregen dat ze op alle trappen van hun ontwikkeling aan fouten waren blootgesteld en pas langzamerhand het overeenkomende vermogen verkregen, zodat fouten niet meer mogelijk waren, omdat het geleerde nu automatisch geworden was. 

Zo moeten we ook leren veel dingen automatisch te doen, waartoe we nu nog veel denkkracht gebruiken moeten. Doordat ons gewone Ik zich verheft en het hogere Ik geboren wordt, is het noodzakelijk ervoor te zorgen dat tegelijkertijd het denken zo logisch en wetmatig verloopt dat fouten uitblijven, anders komt er een moment dat het Ik het lagere denken aan zichzelf overlaat, waardoor een grote verwarring in de lagere natuur ontstaat. Wie gelooft dat het denken iets ondergeschiktst is, waarvoor men zich niet hoeft in te spannen, die is niet geschikt voor het esoterische leven. Juist hierop komt het het meeste aan.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Kassel, 27 juni 1909 (bladzijde 492)

Eerder geplaatst op 23 juli 2015

Partijmeningen

Het huidige menselijke denken, het tegenwoordige intellect ligt in een zodanige laag van het zijn dat het de realiteiten niet bereiken kan. En daardoor kan men het ene bewijzen en het tegendeel bewijzen, zeer strikt het ene ding en het tegenovergestelde bewijzen. Het is vandaag de dag mogelijk aan de ene kant streng het spiritualisme te bewijzen en evenzo streng het materialisme te bewijzen. En men kan elkaar bestrijden met dezelfde goede standpunten, omdat het huidige intellectualisme in een bovenste laag van de werkelijkheid ligt en niet in de diepten van het zijn gaat. 

En zo is het ook met de partijmeningen. Wie dat niet doorziet, maar zich eenvoudig laat meenemen in een bepaalde partijkring door zijn opvoeding, overerving, door zijn politieke en andere levensomstandigheden, die gelooft, naar hij meent, oprecht aan de bewijskracht van wat in deze partij is, waarin hij is terechtgekomen, hineingeschlittert is, zoals men in de Duitse taal soms ook zegt. En dan, dan strijdt hij tegen een ander, die in een andere partij hineingeschlittert is. En de ene heeft netzogoed gelijk als de andere. En dit roept over de mensheid een chaos en verwarring af, die steeds groter en groter kunnen worden, als de mensheid dat niet doorziet.

Bron: Rudolf Steiner – GA 193 – Der innere Aspekt des sozialen Rätsels – Zürich, 27 oktober 1919 (bladzijde 172-173)

Eerder geplaatst op 21 april 2015  (3 reacties)