Niet de belangrijkste vraag is: Hoe kan ik veel weten?

Alle weten, alle kennis is een middel ter mensenvervolmaking en mensenveredeling. Een hogere ethiek, een edele moraal komt als resultaat uit de antroposofie. Niet de belangrijkste vraag is: Hoe kan ik veel weten? Maar: Hoe word ik een volkomener mens, hoe kom ik nader tot mijn bestemming? De inzichten geven de weg naar dit doel. Het belangrijkste aan de antroposofie is de veredeling van de ziel, de zuivering van de lagere natuur. 

De grote wet van het karma bijvoorbeeld is er niet om een hogere nieuwsgierigheid te bevredigen; het moet ons laten zien hoe we het leven hebben op te vatten om betere mensen te worden. We leren door de karmawet wat we moeten doen. En zo is het met alles wat de antroposofie wil leren. Alles resulteert in de antroposofische ethiek. Het is volkomen juist: Wat zou het mij helpen als ik door kennis de hele wereld zou winnen en niets zou doen ter veredeling van mijn ziel? De idealen voor onze levenswandel moet de antroposofie geven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis»: Theosophie und moderne Naturwissenschaft – Februari 1904 (bladzijde 447-448)

rudolf-steiner-ga-34-lucifer-gnosis-grundlegende-a

Eerder geplaatst op 4 september 2018

Karma / Moraal / Egoïsme (1 van 5)

Dikwijls verwijt men de antroposofie dat zij in wezen niet werkt aan morele ontplooiing, ja, dat zij in zeker opzicht niet alleen het egoïsme niet tegenwerkt, maar zelfs het egoïsme in de hand werkt. De mensen, die zoiets menen, hebben de volgende gedachten. Zij zeggen: antroposofie toont aan hoe een mens van leven naar leven zijn bestaan ontwikkelt, en de hoofdzaak daarbij is, hoewel ook achteruitgang (Duits:Rückschläge) kan voorkomen, dat de mens de mogelijkheid heeft steeds hoger en hoger te stijgen, dat hij steeds meer leert om wat hij in een van zijn levens als een soort school heeft doorgemaakt als resultaten te gebruiken in een volgend leven.

Wie zich in dit geloof aan de menselijke vervolmaking verdiept, zal er naar streven zijn Ik steeds meer te zuiveren, het zo rijk mogelijk te maken om steeds meer en steeds hoger te stijgen. En, zo zeggen de mensen, dat is in wezen toch een egoïstisch streven. Want wij antroposofen zoeken leringen en krachten uit de geestelijke wereld te verkrijgen om ons Ik steeds hoger te brengen, het is dus een egoïstische reden die de mens tot handelingen drijft.

Ook zouden wij antroposofen de overtuiging hebben, wij bereiden ons een slecht karma door onvolmaakte handelingen, en om zich dat niet te bereiden, zal de antroposoof vermijden het een of ander te doen, wat hij anders gedaan zou hebben. Dus uit vrees voor het karma doet hij het niet. Waarschijnlijk zou hij ook om deze reden het een of ander wel volbrengen, wat hij anders niet zou volbrengen, wat toch wederom slechts een geheel egoïstisch motief voor een daad zou zijn. Er zijn een aantal mensen die zeggen: de leer van karma en reïncarnatie en het streven naar vervolmaking dat uit de antroposofie voortkomt, brengt de mensen ertoe om een geraffineerd hoger egoïsme na te streven.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 127 – Die Bedeutung der Geistesforschung für das sittliche Handeln – Bielefeld, 6 maart 1911 (bladzijde 126)

Rudolf Steiner

Eerder geplaatst op 21 mei 2018  (3 reacties)

Kennis/Ontwikkeling/Vervolmaking

Alle kennis die u zoekt, alleen tot vermeerdering van uw weten, alleen tot verzamelen van schatten in uzelf, brengt u af van uw weg. Alle kennis echter, die u zoekt om rijper te worden op de weg ter veredeling van de mens en ter ontwikkeling der wereld, brengt u een stap voorwaarts.

Bron: Rudolf Steiner – GA 10 – Wie erlangt man Erkenntnisse der höheren Welten (bladzijde 28)

Overgenomen uit de Nederlandse vertaling van Uitgeverij Vrij Geestesleven – Vierde druk (bladzijde 24)

Eerder geplaatst op 9 december 2011  (7 reacties)

In de vierde herziene druk uit 2007 is dit citaat als volgt vertaald (ingezonden door Michel Gastkemper in een reactie onder de blog van 9 december 2011.)

Ieder inzicht dat je zoekt enkel om je kennis te verrijken, enkel om schatten in je op te hopen, leidt je van je weg af; ieder inzicht echter dat je zoekt om rijper te worden op de weg naar vervolmaking van de mensheid en ontwikkeling van de wereld, brengt je een stap verder.

Eerder geplaatst op 28 oktober 2015  (2 reacties)

530x840

Afwisseling in de verschillende incarnaties (2 van 2)

En het kan werkelijk niet vaak genoeg worden gezegd dat het niet genoeg is als antroposofen een offer willen brengen. Sommige mensen offeren graag en veel, maar om offers te brengen die bruikbaar zijn voor de wereld, moet een mens eerst de kracht hebben tot die offers. Voordat een mens zichzelf kan opofferen, moet hij eerst iets zijn, anders is het offer van het ik niet veel waard. In zeker opzicht is het ook een, zij het bedekt, soort egoïsme, een soort gemakzucht, als mensen er niet naar streven zich verder te ontwikkelen, als ze niet verder streven, opdat wat ze tot stand brengen ook iets waardevols is. 

Het zou kunnen lijken alsof wij liefdeloosheid preken, maar ik verzoek u dit niet verkeerd op te vatten. Het is zo dat antroposofen tegenwoordig vaak het verwijt krijgen van de omgeving: ‘Jullie streven ernaar innerlijk beter te worden, jullie ziel te vervolmaken. Jullie worden egoïsten!’ Nu moet worden toegegeven dat er veel grillen, gebreken en illusies kunnen opduiken bij dit streven van de mens naar volmaaktheid. We hoeven onszelf allerminst op de borst te slaan voor wat zich dikwijls onder antroposofen onder de noemer ontwikkeling voordoet. Achter dit streven gaat meestal een grote dosis ongeoorloofd egoïsme schuil. 

Anderzijds moet worden benadrukt dat wij in een tijd leven, in een cultuurperiode, waarin een enorme verspilling plaatsvindt van toegewijde offervaardigheid. Hoewel overal om ons heen ook liefdeloosheid heerst, wordt er tegelijkertijd ontzettend veel liefde en offervaardigheid verspild. Dat moet u niet misverstaan. We moeten ons realiseren dat liefde, wanneer ze in het leven zonder wijsheid en een juiste inschatting van de situatie wordt gehanteerd, volledig aan haar doel voorbij kan schieten en de mensheid zo meer tot schade dan tot nut kan zijn. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 135 Wiederverkörperung und Karma und ihre Bedeutung für die Kultur der Gegenwart – Stuttgart, 21 februari 1912 (blz. 98-99)

Nederlandse uitgave: Werkingen van het karma (blz. 305-306). 

Vertaald door Anton de Rijk en Hans Schenkels met een nawoord van Hans Peter van Manen. 

Stichting Rudolf Steiner Vertalingen. Tweede druk 2004

Kamaloka – Het positieve ontwikkelt zich aan het negatieve (3 – slot)

Dus ik neem alle uitwerkingen van mijn daden waar en neem daardoor de kracht op om ze weg te werken. En in de tijd, die een derde deel van het vorige leven op aarde duurt, neem ik in mijzelf alle krachten op die kunnen worden uitgedrukt als het intense verlangen in ons, om in de nu onbelichaamde ziel alles te verwijderen wat de vervolmaking verstoort, omdat het de ziel terugwerpt in de ontwikkeling.

Als u dit doordenkt, dan zult u zien dat men zichzelf  het karma maakt, dat wil zeggen dat men in zich deze wens heeft om zo te worden dat kan worden uitgewist wat men waard vindt om uit te wissen. Dus het karma wordt juist in deze tijd voorbereid. We nemen in onze ziel de kracht op die we opnemen moeten tussen dood en nieuwe geboorte, om in de volgende incarnatie de configuratie van ons leven tot stand te brengen die we als de juiste kunnen beschouwen. […]

Want het positieve zich ontwikkelt aan het negatieve. Door in te zien wat men heeft aangericht, ontwikkelt men de krachten om het goed te maken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 157a – Schicksalsbildung und Leben nach dem Tode – Berlijn, 18 november 1915 (bladzijde 46-47)

Eerder geplaatst op 4 mei 2018  (1 reactie)

Rudolf Steiner-1