Er zijn kinderen die geboren worden met een waterhoofd. In de meeste gevallen waarin dat gebeurt, is bij terugzien na te gaan dat de moeder zich in de eerste maanden – speciaal de eerste weken – van de zwangerschap vreselijk verveeld heeft, hoewel ze de behoefte heeft aan veel gezelligheid. De man zat veel in de kroeg, enz. De moeder heeft zich afschuwelijk verveeld en het gevolg daarvan is dat ze onbewust niet de nodige kracht heeft gehad, de werking van de hersenaderen gunstig te beïnvloeden. Verveling maakt het hoofd leeg; het lege hoofd maakt het onderlichaam leeg. Daardoor ontwikkelt het kinderhoofd zich niet krachtig genoeg in de goede vorm. Het hoofd zwelt op en wordt een waterhoofd.
Er worden ook kinderen met te kleine hoofden geboren, met name met een te spits bovendeel van het hoofd. Men zal zien dat dat in de meeste gevallen samenhangt met het feit dat de moeder in de eerste weken van de zwangerschap veel te uitgelaten is geweest, veel te veel plezier heeft gemaakt. Zodat men altijd de samenhang zal kunnen aantonen tussen de ontwikkeling van het kind en de manier, waarop de moeder in de eerste weken van haar zwangerschap naar ziel en geest geleefd heeft. Men zal dat steeds kunnen aanduiden, als men er aanleg voor heeft het te zien.
Bron: Rudolf Steiner – GA 348 – Über Gesundheit und Krankheit/Grundlagen einer geisteswissenschaftlichen Sinneslehre – Dornach, 30 december 1922 (bladzijde 183)
Vertaling A. Goedheer-De Keizer, overgenomen uit Gezondheid en Ziekte (bladzijde 161-162) – Uitgeverij Vrij Geestesleven – Zeist 1977
Eerder geplaatst op 30 april 2018 (10 reacties)