Iets vervelend vinden, betekent slechts het punt nog niet gevonden hebben van waaruit het interessant is

Bedenk eens hoeveel mensen tegenwoordig dit of dat saai vinden. Ik heb bijvoorbeeld talloze mensen leren kennen die het vervelend vinden om, laten we zeggen, zich met de praktijken van banken of de beurs bekend te maken of eenvoudige en dubbele boekhouding te beschouwen. Dit is echter nooit juist, om het een of ander absoluut vervelend te vinden. Iets absoluut vervelend vinden, betekent slechts het punt nog niet gevonden hebben waar het gloeiend (Duits: brennend) interessant is; elk droog kasboek kan – als men het punt vindt van waaruit het gloeiend interessant is – net zo interessant zijn, als de “Jungfrau von Orleans” van Schiller of de “Hamlet” van Shakespeare of wat dan ook, bijvoorbeeld de “Sixtijnse Madonna” van Rafaël. Het gaat er alleen maar om het punt te vinden van waaruit alles in het leven interessant is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 191 –  Soziales Verständnis aus geisteswissen- schaftlicher Erkenntnis – Dornach, 2 november 1919 (bladzijde 221)

Eerder geplaatst op 11 december 2016  (2 reacties) 

61754

Barbaarse muziek

In de loop der jaren groeide mijn liefde tot de ‘zuivere muziek’ en mijn afschuw van de ‘barbaarsheid’ van een ‘muziek als uitdrukkingsmogelijkheid’, werd steeds groter. Daarbij bracht het lot mij samen met mensen die bijna uitsluitend Wagner-vereerders waren. Dat alles droeg er veel toe bij dat het – veel later – een moeizame zaak voor mij werd om door te dringen tot een begrijpen van Wagner, dat, vanuit menselijk standpunt bezien, toch vanzelfsprekend noodzakelijk is ten opzichte van zo’n belangrijk cultuurverschijnsel. Maar deze worsteling hoort thuis in een latere periode van mijn leven. In de tijd waarover ik nu schrijf, vond ik een opvoering van Tristan, die ik als begeleider van een leerling zag, ‘dodelijk vervelend’. 

Bron: Nederlandstalige uitgave van Mijn Levensweg – bladzijde 52 (Uitgave 1981, Vrij Geestesleven) Vertaling W.A.C. Labberté

Duitstalig: GA 28 – Mein Lebensgang (bladzijde 76)

P.S. Als muziek als uitdrukkingsmogelijkheid barbaars en dodelijk vervelend is (althans voor Steiner), dan vraag ik mij wel af welke muziek er dan nog overblijft. Muziek heeft zeer veel met gevoel te maken en drukt altijd een of ander gevoel uit, lijkt mij. Wat is dan eigenlijk zuivere muziek?

Iets vervelend vinden, betekent slechts het punt nog niet gevonden hebben waar het interessant is

Bedenk eens hoeveel mensen tegenwoordig dit of dat saai vinden. Ik heb bijvoorbeeld talloze mensen leren kennen die het vervelend vinden om, laten we zeggen, zich met de praktijken van banken of de beurs bekend te maken of eenvoudige en dubbele boekhouding te beschouwen. Dit is echter nooit juist, om het een of ander absoluut vervelend te vinden. Iets absoluut vervelend vinden, betekent slechts het punt nog niet gevonden hebben waar het gloeiend (Duits: brennend) interessant is; elk droog kasboek kan – als men het punt vindt van waaruit het gloeiend interessant is – net zo interessant zijn, als de “Jungfrau von Orleans” van Schiller of de “Hamlet” van Shakespeare of wat dan ook, bijvoorbeeld de “Sixtijnse Madonna”van Rafaël. Het gaat er alleen maar om het punt te vinden van waaruit alles in het leven interessant is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 191 –  Soziales Verständnis aus geisteswissenschaftliche Erkenntnis – Dornach, 2 november 1919 (bladzijde 221)

Colin Wilson over de mysteriedrama’s van Steiner

Het is niet gemakkelijk om in enigszins onthechte termen over de vier mysteriespelen van Steiner te spreken. In de ogen van Wachsmuth droeg ‘het samenspel van spirituele visie en artistiek beeldend vermogen zelden nobeler vrucht’. Stewart Easton wijst nadrukkelijk op de verwantschap met de oudere Griekse tragedies, in het bijzonder die van Aeschylus. Het is, als u het mij vraagt, zeer moeilijk ook maar de geringste gelijkenis met Aeschylus te ontdekken, indien men afziet van de lengte der alleenspraken. De niet-antroposoof heeft de neiging ze meer dan lang te vinden, alsmede ongelooflijk vervelend en bij tijd en wijle ondraaglijk naïef. Er hangen wat mensen rond die eindeloos lange vertogen afsteken over de ‘droge, prozaïsche rede’ en het verlangen naar het geestelijk visioen, en die zich te buiten gaan aan opmerkingen van het genre: ‘Ik kan mij volledig met uw laatste woorden verenigen’ of ‘ik kan mij het gewicht van deze tegenwerping zeer wel voorstellen’. Eén scène begint met de woorden:

‘Goede morgen, Sophia, ik hoop zeer dat ik niet stoor.’

‘Geenszins, Estella, je komst werd verbeid.’ Of: ‘Lieve moeder, ik zou zo graag uit uw mond het verhaal horen waarover Cilli, een poos geleden, zo vaak gesproken heeft.’

Het mysteriespel van Schuré heeft kracht, en handeling en taalgebruik zijn trefzeker; de stukken van Steiner zeuren zachtjes door, en doen nog het meest denken aan in Wagner-libretto’s vertaalde Steiner-voordrachten, maar dan helaas zonder de muziek. […] Het zou veel leuker zijn als je zou kunnen zeggen: ‘Het grootste deel van Steiners ideeën blijft me volledig vreemd, maar aan zijn mysteriespelen dank ik een aantal momenten van opwinding en ontroering.’ Goed beschouwd drijven de mysteriespelen een kloof tussen gelovigen en ongelovigen, in plaats van een brug tussen hen te slaan. En wat er ook van hun diepere inhoud gezegd kan worden, ze zijn precies op de verkeerde manier ‘serieus’. Het belangrijkste personage is een geestelijk leidsman, Benedictus genaamd, voor wie zeer duidelijk Steiner zelf model heeft gestaan. De meeste karakters zijn leerlingen van hem. Ahriman, Lucifer en allerlei andere geesten geven ook ‘acte de présence’, maar hoezeer de toon van het geheel ook meer dan eens Faust in herinnering roept, we krijgen altijd een Faust voorgezet zonder poëzie en zonder enige dramatische contingentie. In de ogen van de niet-gelovige heeft de atmosfeer voornamelijk de geur van de zondagsschool. Overigens: hier is niet Steiners integriteit in discussie, maar eenvoudig het zwakke effect van zijn goede bedoelingen.

Bron: Colin Wilson – De filosoof der vrijheid – STEINER  en de twintigste eeuw. Uitgeverij Bres – Amsterdam

Eerder geplaatst op 2 augustus 2015