Helderziend verleden/Duister heden/Helderziende toekomst

Het vermogen tot kennis-opnemen heeft zich in de mensheid geleidelijk ontwikkeld. We hebben er steeds weer op gewezen, dat in de Atlantische tijden een groot deel der mensen helderziende was en waar kon nemen in de geestelijke wereld en dat er nog resten van die helderziendheid in later tijden bewaard zijn gebleven. Als we zouden onderzoeken in de oud-Indische, oud-Perzische, Egyptisch-Chaldeïsche tijden, ja, zelfs in de Grieks-Romeinse tijd, dan zouden we vele mensen vinden –véél meer, dan men nu zou denken- die nog erfelijk helderziend waren en die in de astrale wereld konden waarnemen, die de geheimen van het bestaan konden schouwen.

De mens moest echter leren kennis te vergaren, die voerde tot uitsluitend zintuigelijke kennis, die dus wordt verworven door de zintuigen en de vermogens, die daarmee samenhangen. De mens moest, om zo te zeggen, volkomen loskomen van de geestelijke wereld en komen tot waarneming door de zintuigen en tot logisch denken. De mens moest opstijgen tot niet-helderziend waarnemen, omdat hij pas na het volledig beheersen hiervan, in de toekomst weer tot helderziendheid moest worden gebracht, maar dan zo, dat zich de zintuiglijk-verstandelijke verworvenheden combineerden met deze nieuwe helderziendheid.

In die tijd leven we nu. We zien terug op een verleden, waarin de mens helderziend was en we hebben voor ons een toekomst, waarin hij weer helderziend zal worden. In deze tussentijd is het merendeel der mensen aangewezen op wat ze met hun zintuigen waarnemen en met hun verstand en hun denken begrijpen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 114 – Das Lukas-Evangelium – Bazel, 16 september 1909 (bladzijde 39-40)

toekomst-heden-verleden

Eerder geplaatst op 19 april 2018  (2 reacties)

Slaven van het verleden, meesters van de toekomst

Met betrekking tot karma staat aan de creditzijde alles wat de mens aan goeds, verstandigs, waars en juist gedaan heeft, aan de debetzijde alles wat hij aan slechts en dwaas gedaan heeft. Het staat hem op elk moment vrij om nieuwe posten in het karmische levensboek in te voeren. Daarom moet men nooit geloven dat in het leven een onveranderlijke wet van het lot overheersend zou zijn. De vrijheid wordt niet beïnvloed door de wet van het karma. En daarom moet u bij de karmawet evenzeer aan de toekomst denken als aan het verleden. We dragen in ons de gevolgen van daden in het verleden, en we zijn de slaven van het verleden, maar de meesters van de toekomst. Willen we die goed vormgeven, dan moeten we zo gunstig mogelijke posten in het levensboek brengen.

fe28ceafc7a6322fc7ab39cef57f3f49

Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – Die Theosophie des Rosenkreuzers – München, 31 mei 1907 (bladzijde 78)

Geplaatst bij Steiner citaten Nederlands 2 januari 2017 (3 reacties)

Karma is geen kwestie van eigen schuld, dikke bult

In het leven van ieder mens treden voortdurend gebeurtenissen op die met zijn verdienste of schuld in het verleden niets te maken hebben. Zulke gebeurtenissen vinden hun karmische compensatie (Duits: Ausgleich) in de toekomst. Wat mij nu schuldeloos treft, daarvoor zal ik in de toekomst schadeloos worden gesteld. Dit ene is juist: niets blijft zonder karmische vereffening. Of echter een belevenis van de mens de werking van zijn karmisch verleden of de oorzaak van een toekomstig karma is: dat moet in elk afzonderlijk geval vastgesteld worden. En dat kan niet door het aan de fysieke wereld gewende verstand, maar uitsluitend door de occulte ervaring en waarneming worden beslist.

Bron: Rudolf Steiner – GA 34 – LUCIFER- GNOSIS – juli 1904 (bladzijde 363)

Eerder geplaatst op 29 december 2014

Karma/Verleden/Toekomst

We begrijpen ziekte en karma zeer verkeerd als we altijd alleen naar het verleden kijken. […] Karma wordt echter tot een wet voor handelingen, voor vruchtbaarheid in het leven, als we in staat zijn door het karma van het heden in de toekomst te zien.

Bron: Rudolf Steiner – GA 107 – Geisteswissenschaftliche Menschenkunde – Berlijn, 26 januari 1909 (bladzijde 217)

Eerder geplaatst op 15 augustus 2012

Zie ook: Een dergelijk inzicht laat ons menige ziekte lichter verdragen

Karma/Ziekte/Gezondheid

Zoals in alle dingen die de mensen betreffen, mag met betrekking tot gezondheid en ziekte de zaak niet zo opgevat worden, alsof ze zonder meer “straf” en “beloning” zouden zijn voor wat de mens in een vroeger of wellicht zelfs in dit leven heeft begaan. Er kan bijvoorbeeld een persoon door een ziekte getroffen worden, waarvoor geheel geen oorzaak aangewezen kan worden, noch in het voorgaande, noch in het huidige leven. Dan treedt de ziekte in zekere zin als eerste gebeurtenis in de mens zijn levensloop op, zij is zelf een eerste oorzaak. Zij zal dan haar uitwerking op enigerlei wijze in de volgende levensloop met zich meebrengen. De wet van karma werkt zeer zeker overal; men moet echter niet geloven dat men overal alleen werkingen heeft, waarvan de oorzaken in het verleden liggen; men kan ook met oorzaken te maken hebben, waarvan de gevolgen in de toekomst zullen liggen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 34 – LUCIFER- GNOSIS 1903-1908 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE (bladzijde 404-405)

Eerder geplaatst op 8 oktober 2014