De vergissing dat we zelf de gedachten creëren 

Tegenwoordig is de mens van mening dat gedachten iets zijn dat hij met zijn hersenen creëert. Dit is ongeveer net zo slim als wanneer iemand die een glas water drinkt, gelooft dat het water uit zijn tong komt en niet van buitenaf wordt opgenomen. In werkelijkheid zijn gedachten iets levendigs, actieve krachten die overal aan het werk zijn, en we halen ze alleen uit de wereld. 

Ons organische systeem is slechts het vat waarin we met ons Ik de gedachten binnen brengen. Maar de vergissing dat we de gedachten zelf hebben gecreëerd, dat we ze niet uit de wereld hebben gehaald, deze vergissing kan men alleen tijdens het leven op aarde tussen geboorte en dood begaan.

Zolang men in het vooraardse bestaan ​​is, weet men dat de wereld van de gedachten alles om zich heen vult, zoals de lucht in het bestaan ​​tussen geboorte en dood. We weten dat we de gedachtekrachten als het ware inademen en weer uitademen, dat ze iets levendigs en productiefs zijn. Het is van het allergrootste belang dat we ons ervan bewust worden dat de gedachtekrachten in het vooraardse leven iets heel anders zijn dan in het aardse bestaan. 

Rudolf Steiner – GA 224 – Anthroposophie – der Weg zu einem vertieften Verständnis des Ostermysteriums – Praag, 29 april 1923 (blz. 127)

Portraits of Rudolf Steiner 0005

Erfelijke belasting (1 van 3)  

Men hoort tegenwoordig geen woord vaker dan het woord “erfelijke belasting”. Hoe zou iemand die vandaag de dag niet minstens elke week drie of vier keer het woord “erfelijke belasting” in de mond neemt als een ontwikkeld mens kunnen worden beschouwd? Een geschoold mens moet toch op zijn minst weten dat de geleerde geneeskunde vastgesteld heeft wat erfelijke belasting in het mensenleven betekent! Wie niet kan zeggen, als hier of daar iemand niets met zichzelf weet te beginnen, dat de betrokken persoon erfelijk belast is, die is niet een goed opgeleid mens, maar iets anders, wellicht ook een antroposoof.

Dit is waar de huidige wetenschap begint zich niet alleen theoretisch te vergissen, maar waar ze begint het leven te schaden. Hier is de grens waar de theoretische benadering de moraliteit benadert, waar het immoreel is om een onjuiste theorie te hebben. Hier hangt de levenskracht, de levenszekerheid ervan af om juist het ware te weten. Wie zich versterkt en krachtig maakt vanuit een juiste geestelijke visie in zijn ziel, doordat hij zichzelf een levenselixer toevoegt, waartoe zal hij in staat zijn?

Wat hij ook mag hebben geërfd, het is erfelijkheid in het fysieke lichaam, of hooguit in het etherische lichaam. Door zijn juiste levensbeschouwing zal hij zich in zijn eigenlijke wezenskern steeds sterker en sterker maken en hij zal overwinnen, wat erfelijke belasting is, want het geestelijke is, als het op de goede manier aanwezig is, in staat het lichamelijke te compenseren.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 116 – Der Christus-Impuls und die Entwickelung des Ich-Bewußtseins – Berlijn, 22 december 1909 (bladzijde 54)

Eerder geplaatst op 13 november 2017  (4 reacties)

798x1200

Wijsheid / Dwaling

Wijsheid kan alleen ontwikkeld worden doordat de mens door talloze vergissingen heengaat. Goethe zegt: “De mens dwaalt, zolang hij streeft.” – Zoals het kind ervan leert, dat het zich bij het vallen verwondt, zo hebben alle grote persoonlijkheden van de ervaringen geleerd, die zij door fouten gemaakt hebben.

Bron: Rudolf Steiner – GA 88 – Über die astrale Welt und das Devachan – Berlijn, 2 december 1903 (bladzijde 86)

Eerder geplaatst op 1 januari 2018  (8 reacties)

man_achterkant_oops_347104946-560x374

Materialisme/Spiritualisme

Pas dan ziet men de wereld juist, wanneer men haar niet materialistisch, noch idealistisch ziet, maar als men in staat is om wat zich als materialistisch openbaart, ideëel te zien en wat zich als ideëel openbaart geheel materieel te kunnen volgen. 

Het geestelijke van een wereldbeschouwing betekent niet dat men zegt: Dat is het lage materialisme, dat is voor het “schuim” (Duits: den Aussatz) van de mensheid; het idealisme dat is voor de uitverkorenen – waartoe de persoon die dit uitspreekt gewoonlijk zichzelf dan ook rekent -, maar het essentiële van een werkelijk spirituele levensbeschouwing bestaat erin dat deze spirituele wereldbeschouwing in staat is, met dat wat ze kan vatten in het geestelijke, onder te duiken in het materiële bestaan, om juist het materiële bestaan dan te begrijpen, zodat het begrepen en niet veracht wordt. 

Dat is de grote vergissing van vele religieuze gezindheden, dat ze het materiële bestaan verachten, in plaats van het te begrijpen, in plaats van de geest erin te zoeken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 191 – Soziales Verständnis aus geisteswissenschaftlicher Erkenntnis – Dornach, 4 oktober 1919 (bladzijde 34-35)

Eerder geplaatst op 5 november 2017  (1 reactie)

rudolf-steiner-ga-191-soziales-verstaendnis-aus-ge

Wat betekent een onware uitspraak voor het Ik?

We hebben in het leven op aarde maar één enkel menselijk wezensdeel, aan wiens ontwikkeling we werkelijk kunnen werken, dat is ons Ik. We kunnen op een bepaalde manier werken aan de ontwikkeling van ons Ik. Wat betekent het nu in geestelijke zin: werken aan de ontwikkeling van het Ik? 

Als we deze vraag willen beantwoorden, moet het ons duidelijk zijn wat er nodig is om aan het Ik te werken. Laten we aannemen dat iemand een ander aanvalt en tegen hem zegt: ‘Je bent een slecht mens’. Als dat niet waar is, dan heeft de betrokkene een onwaarheid gezegd. Wat betekent zo’n onware uitspraak voor het Ik? Ja, deze uitspraak van het Ik, die een onwaarheid is, betekent dat het Ik vanaf dat moment minder waardevol is geworden. 

Dat is de objectieve consequentie van de immoraliteit. Voordat we een onwaarheid hebben gezegd, zijn we meer waard dan nadat we de onwaarheid hebben uitgesproken. De waarde van het Ik wordt geringer voor alle ruimten en alle tijden, voor alle oneindigheid en alle eeuwigheid, als u het door een dergelijke zaak  geringer hebt gemaakt. (Duits: Und  messen  Sie  alle  Räume  und  alle  Zeiten  aus:  der  Wert Ihres  Ich  wird  geringer  für  alle  Räume  und  alle  Zeiten,  für  alle Unendlichkeit  und  alle  Ewigkeit,  wenn  Sie  ihn  durch  eine  solche Sache  geringer  gemacht  haben.) 

Nu staat ons echter één ding ter beschikking tijdens het leven tussen geboorte en dood. We kunnen hetgeen we hebben gedaan dat ons Ik minder waardevol heeft gemaakt altijd verbeteren als we onze leugens kunnen overwinnen. We kunnen aan de persoon die we gezegd hebben: ‘Je bent een slecht mens’,  bekennen: ‘Ik heb me vergist, wat ik zei is niet juist’, enzovoort. Dan hebben we de waarde van ons Ik hersteld, dan hebben we de schade die we aan ons Ik toegevoegd hebben weer gecompenseerd.

Bron: Rudolf Steiner – GA 140 – Okkulte  Untersuchungen über  das  Leben zwischen  Tod  und  neuer  Geburt – Hannover, 18 november 1912 (bladzijde 43-44)

Eerder geplaatst op 16 augustus 2020  (4 reacties)

efbfe024bca7bfd9bcb806471ad3e992