Wijsheid / Lijden / Pijn

In de geesteswetenschap is altijd gezegd dat menselijke wijsheid iets te maken heeft met ervaringen, in het bijzonder met pijnlijke ervaringen. Hij die actueel in de greep van smart en lijden is, zal misschien in dit lijden iets als een innerlijke disharmonie zien. Maar degene die pijn en lijden heeft overwonnen en de vrucht ervan in zichzelf draagt, zal u altijd steeds weer zeggen dat hij daardoor iets van wijsheid heeft opgenomen. De vreugden en lusten van het leven, de voldoening die het leven mij heeft gegeven, aanvaard ik dankbaar; maar minder dan dat zou ik mijn pijn en lijden, die achter mij liggen, willen opgeven: ik heb wijsheid te danken aan mijn pijn en lijden. Spiritueel onderzoek heeft in wijsheid altijd zoiets gezien als uitgekristalliseerde pijn die is overwonnen en getransformeerd in het tegendeel.

Bron: Rudolf Steiner – GA 55 – Die Erkenntnis des Übersinnlichen in unserer  Zeit und deren Bedeutung für das heutige Leben – II. Blut ist ein ganz besonderer Saft – Berlijn, 25 oktober 1906 (blz.40)

Transformatie door het Ik

Vergelijk eens een van de wildste mensen, een kannibaal die nog andere mensen opeet, met een gemiddelde Europeaan, en dit weer met een hoog ontwikkeld persoon, bijvoorbeeld Goethe, Schiller of Franciscus van Assisi. De wilde volgt onmiddellijk zijn instincten en hartstochten zoals ze in zijn astrale lichaam aanwezig zijn. Hij heeft weliswaar al het Ik, maar dat is nog geheel in de macht van het astrale lichaam. De gemiddelde persoon van tegenwoordig onderscheidt al wel wat goed en niet goed is. Dit komt doordat deze persoon al aan zijn astrale lichaam heeft gewerkt. Hij heeft daaraan gewerkt en zelfs sommige driften omgevormd in zogenaamde idealen. Hoe meer een mens vanuit zijn Ik zijn astrale lichaam heeft omgewerkt, hoe hoger ontwikkelingsstadium hij heeft bereikt.

De gemiddelde Europeaan van vandaag de dag heeft al veel omgewerkt. Een individualiteit als Schiller of Goethe heeft al een veel groter deel van zijn astrale lichaam omgewerkt. Maar iemand die alle hartstochten al onder zijn wil heeft bedwongen, zoals bijvoorbeeld Franciscus van Assisi, heeft een astraallichaam dat volledig is getransformeerd door het Ik; er is niets meer in dat niet onder de heerschappij van het Ik staat.

Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und  Christus- Erkenntnis / Theosophie  und  Rosenkreuzertum – Kassel, 17 juni  1907 (blz. 40-41)

Portraits of Rudolf Steiner 0014

Transformatie

Hier op aarde kan het iemand misschien onverschillig zijn of men volmaakt of onvolmaakt is, maar niet in het leven tussen dood en een nieuwe geboorte. Daar dringen onweerstaanbare krachten ertoe om de onvolkomenheid in volkomenheid te transformeren. Men ziet in dat dit in veel gevallen alleen door leed en pijn kan worden bereikt, en men weet dat om een vervolmaking te bereiken, men het lijden en de vreugden van een aards leven op zich moet nemen. En daarom trekt men met alle macht naar een nieuwe incarnatie.

Bron: Rudolf Steiner – GA 150 – Die Welt des Geistes und ihr Hereinragen in das physische Dasein – Stockholm, 10 juni 1913 (bladzijde 85)

Eerder geplaatst op 18 december 2016 (4 reacties)

Over karma en transformatie van zelfzucht naar onzelfzuchtigheid

We kunnen zien, dat een mens weliswaar de leer van karma zo kan opvatten, dat hij zich zegt: ik zal het slechte nalaten, omdat het mij slechte vruchten brengt en ik zal het goede doen, omdat ik dan de goede vruchten plukken zal -, hoe dan toch onder de invloed van deze wet meer en meer de egoïstische gezindheid getransformeerd wordt in een onegoïstische. En we zien in de realiteit uit de zelfzucht meer en meer de onzelfzuchtigheid opbloeien.

Bron: Rudolf Steiner – GA 69a – Wahrheiten und Irrtümer der Geistesforschung – Praag, 25 maart 1911 (bladzijde 93-94)

Eerder geplaatst op 16 oktober 2016  (5 reacties)

Transformatie/Inspiratie/Instinct

Kijk naar het bloed dat vandaag de dag vloeit, kijk naar de mensen die tegen de muur gezet en doodgeschoten worden: dat zijn de inspiraties, die tot de mensen willen komen met de goede wil van de geestelijke wereld, die door de mensen gehaat wordt, en die zich daardoor omzetten in wilde, animale driften. Als de mens datgene, wat uit de geestelijke wereld als inspiratie tot hem wil komen, niet wil laten komen, dan transformeert het zich in wilde emoties, in dierlijke instincten.

Bron: Rudolf Steiner – GA 192 – Geisteswissenschaftliche Behandlung sozialer und pädagogischer Fragen – Stuttgart, 22 juni  1919 (bladzijde 225)

Eerder geplaatst op 18 maart 2015