Iets doen en iets niet doen – Over de tien geboden

In feite zijn de tien geboden toch nog de belangrijkste van onze wetten. De tien geboden zijn, als we er nader op ingaan, op een zeer bijzondere wijze opgebouwd. Van de tien zijn er slechts drie zo opgesteld dat het wil zeggen: Je zult iets doen. – De andere zeven zijn zo opgesteld dat men zegt: Je zult iets niet doen. Daaruit blijkt dat de wereldmachten veel meer noodzaak zien om de mensen morele wetten te geven, die zeggen: Je zult iets niet doen -, dan wetten die zeggen: Je zult iets doen. – Want wat geboden wordt niet te doen, verhoudt zich tot wat geboden wordt te doen, als zeven tot drie. We kunnen dus zeggen: De moraliteit moet in het algemeen in de menselijke natuur zo werken dat zij in het bijzonder van het standpunt uitgaat te zeggen: Je zult iets niet doen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Erfahrungen des Übersinnlichen/Die drei Wege der Seele zu Christus – Zürich, 15 januari 1912 (bladzijde 45)

Eerder geplaatst op 3 oktober 2014

Here, Here

Wie altijd maar weer de mond vol heeft van het woord ‘Here, Here’ of  ‘Christus, Christus’, hoeft daarom nog niet een goede christen te zijn. – De antroposofie wordt vaak verweten, dat ze minder dan de uiterlijke religies over Christus spreekt. Ik zeg dan vaak: Maar er is een oud gebod, dat ook door de christenen erkend wordt, maar waarmee bij het eeuwige praten van de Christus geen rekening wordt gehouden: ‘Gij zult de naam van de Heer uw God niet ijdel gebruiken.’

Dat is een van de tien geboden. Wie voortdurend enkel van de Christus spreekt, zijn naam in de mond bestorven heeft liggen, zondigt tegen de heiligheid van de naam van Christus. Antroposofie wil in alles wat zij doet en is, christelijk zijn. Daarom kan men haar niet verwijten dat zij te weinig van de Christus spreekt, want het bewustzijn dat de Christus leeft, is in alles wat zij brengt. En ze wil niet steeds ‘Here, Here’ op de lippen hebben, ze wil des te meer christelijk zijn, hoe minder ze voortdurend van Christus spreken wil.

Bron: Rudolf Steiner – GA 226 – Menschenwesen, Menschenschicksal und Welt-Entwickelung – Kristiana (Oslo), 21 mei 1923 (bladzijde 113)

Eerder geplaatst op 12 december 2015

Iets doen en iets niet doen – Over de tien geboden  

In feite zijn de tien geboden toch nog de belangrijkste van onze wetten. De tien geboden zijn, als we er nader op ingaan, op een zeer bijzondere wijze opgebouwd. Van de tien zijn er slechts drie zo opgesteld, dat het wil zeggen: Je zult iets doen. – De andere zeven zijn zo opgesteld, dat men zegt: Je zult iets niet doen. Daaruit blijkt dat de wereldmachten veel meer noodzaak zien om de mensen morele wetten te geven, die zeggen: Je zult iets niet doen -, dan wetten die zeggen: Je zult iets doen. – Want wat geboden wordt niet te doen, verhoudt zich tot wat geboden wordt te doen, als zeven tot drie. We kunnen dus zeggen: De moraliteit moet in het algemeen in de menselijke natuur zo werken, dat zij in het bijzonder van het standpunt uitgaat te zeggen: Je zult iets niet doen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Erfahrungen des Übersinnlichen/Die drei Wege der Seele zu Christus – Zürich, 15 januari 1912 (bladzijde 45)

Eerder geplaatst op 1 augustus 2012

Iets doen en iets niet doen – Over de tien geboden

In feite zijn de tien geboden toch nog de belangrijkste van onze wetten. De tien geboden zijn, als we er nader op ingaan, op een zeer bijzondere wijze opgebouwd. Van de tien zijn er slechts drie zo opgesteld, dat het wil zeggen: Je zult iets doen. – De andere zeven zijn zo opgesteld, dat men zegt: Je zult iets niet doen. Daaruit blijkt dat de wereldmachten veel meer noodzaak zien om de mensen morele wetten te geven, die zeggen: Je zult iets niet doen -, dan wetten die zeggen: Je zult iets doen. – Want wat geboden wordt niet te doen, verhoudt zich tot wat geboden wordt te doen, als zeven tot drie. We kunnen dus zeggen: De moraliteit moet in het algemeen in de menselijke natuur zo werken, dat zij in het bijzonder van het standpunt uitgaat te zeggen: Je zult iets niet doen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Erfahrungen des Übersinnlichen Die drei Wege der Seele zu Christus – Zürich, 15 januari 1912  (bladzijde 45)