Levenstableau, slaaptoestand, kamaloka

Als de mens door de poort van de dood gaat, beleeft hij gedurende korte tijd een terugblik op zijn gehele aardeleven. Dan volgt de tijd van een soort slaaptoestand. En de mens ontwaakt dan na enige maanden of jaren in het kamaloka. Het ontwaken in het kamalokaleven bestaat eruit dat we met drie maal zo hoge snelheid het aardeleven terugbeleven. En in het begin van het kamalokaleven verschijnt er voor ieder mens een zeer belangrijke gebeurtenis. Een spirituele individualiteit toont ons alles wat we zelfzuchtig gedaan hebben in het laatste leven, als een soort register van alles wat we gezondigd hebben. Hoe duidelijker u zich deze gebeurtenis voorstelt, hoe juister u het zich voorstelt: alsof werkelijk aan het begin van het kamalokaleven zo’n gestalte met de lijst van ons aardse leven voor ons staat. De meeste mensen die tot de Europese vorming behoren, ontwaren in deze gestalte Mozes.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das esoterische Christentum und die geistige Führung der Menschheit – Milaan, 21 september 1911 (bladzijde 46-47)

greentarastar

Green Tara of the Stars – Art of Carol Herzer

 Eerder geplaatst op 25 september 2018  (7 reacties)

Heb ik eigenlijk reden om mij met mezelf bezig te houden?

Blikt men terug op datgene, wat men in de kinderjaren, jeugd enz. heeft beleefd, al naar gelang de leeftijd die men heeft bereikt, dan duiken verscheidene mensen op als uit een grijze geestesdiepte, die in de meest verschillende situaties aan ons leven hebben deelgenomen.

Blikt u terug in het verloop van uw leven en kijkt u minder naar datgene, wat u aan uw eigen dierbare persoon interesseert, kijkt u veel meer naar die gestalten, die u nader getreden zijn, u opvoedend, met u vriendschap sluitende, u vooruithelpende, misschien u ook benadelend, dikwijls op zeer nuttige wijze benadelend.

Wij zullen dikwijls zien, dat datgene, wat ons in een bepaald tijdperk antipathiek heeft aangedaan, indien slechts voldoende tijd sindsdien is verlopen, ons niet meer zo antipathiek aandoet, omdat wij een innerlijke samenhang zien. Dat wij ook eens met deze of gene mens op antipathieke wijze in contact moesten komen, kon ons wellicht zeer nuttig zijn. Wij winnen dikwijls meer door datgene, wat een mens ons aandoet dan door datgene, waarin  een mens ons aanmoedigt en steunt. Het zou de mens veel baten, wanneer hij een dergelijke onzelfzuchtige terugblik op het leven meermalen hield, wanneer hij het leven zou doordrenken met de uit deze terugblik opwellende overtuiging: heb ik eigenlijk reden om mij met mijzelf bezig te houden? Hoe oneindig veel rijker wordt mijn leven, wanneer ik de blik laat dolen over deze en gene gestalten, die in mijn leven zijn binnengetreden. Dan maken wij ons enigermate los van onszelf, wanneer wij een dergelijke onzelfzuchtige terugblik houden. Dan raken wij het vreselijke euvel van onze tijd, het tobben over onszelf, kwijt. En dat is zo uitermate nodig, dat wij van het tobben over onszelf afkomen. Wie slechts eenmaal gepakt is door de zelfbeschouwing, zoals ik die zojuist heb geschetst, die vindt zichzelf veel te oninteressant dan dat hij over zijn eigen leven al te veel zou willen tobben.

Bron: Rudolf Steiner – GA 186 – Die soziale Grundforderung unserer Zeit in geänderter Zeitlage – Dornach, 7 december 1918 (bladzijde 126-127)

v4-460px-Deal-With-Negative-Thoughts-Step-1-Version-3.jpg

Eerder geplaatst op 2 april 2018

Idiotie

Op het moment dat de mens zijn nieuwe fysieke lichaam binnentreedt, gebeurt iets wat gelijksoortig is aan het moment dat hij zijn fysieke lichaam aflegt. Op dit moment heeft de mens een soort vooruitblik op zijn komende leven, zoals hij op het moment van de dood een terugblik heeft op het afgelopen leven. Deze vooruitblik vergeet de mens echter, omdat de constitutie van zijn fysieke lichaam nog niet geëigend is om deze vooruitblik in het geheugen te behouden. Op dit moment nu kan de mens zien: Zo zijn de familie-, zo zijn de lands-, zo zijn de plaats- en de lotsomstandigheden, waarin ik zal worden geboren.

En dan doet zich soms het feit voor dat de mens, wanneer hij op dit moment van de vooruitblik heeft ervaren dat hem veel slechts te wachten staat, een schok krijgt, een schrik over het hem naderende leven, en dat zich dan het etherlichaam niet juist met het fysieke lichaam verenigt, er niet ingaan wil. En dan treden in het leven de gevolgen van een dergelijke schrik – dit niet willen van het etherlichaam om juist in het fysieke lichaam te gaan – op in de vorm van idiotie.

De geestelijk schouwende kan bij een dergelijk mens het etherlichaam zien uitsteken boven het fysieke hoofd. En door dit niet goed ingetreden-zijn van het etherlichaam blijven de hersenen in hun ontwikkeling achter, omdat het etherlichaam niet naar behoren aan de hersenen werkt. Veel gevallen van de tegenwoordige idiotie zijn veroorzaakt door dit soort gevallen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und Christus- Erkenntnis: Theosophie und Rosenkreuzertum – Kassel, 23 juni 1907 (bladzijde 100-101)

steiner

Eerder geplaatst op 3 april 2017 (15 reacties)

De allereerste tijd na de dood

De allereerste tijd na de dood verloopt zo dat men als in een groot tableau zijn zojuist afgelopen leven voor zich ziet. Men omvat in zekere zin in enkele dagen zijn vorige leven, maar altijd op zo’n manier dat het een geheel is, Men heeft het als in een groot panorama voor zich. Als men echter beter kijkt, dan blijkt dat deze dagen met hun terugblik op het vorige leven als het ware al een zekere nuance in de waarneming bevatten.

Men ziet als het ware het leven in deze dagen vanuit het gezichtspunt van het Ik, men ziet in het bijzonder alles waarbij ons Ik betrokken was. Men ziet de relaties die men met een mens heeft gehad, maar men ziet deze relaties met de mens in zo’n samenhang dat men zich bewust wordt van de vruchten die deze relatie met de mens voor jezelf heeft gedragen.

Men ziet de zaak dus niet geheel objectief, maar men ziet alles wat zijn vruchten heeft afgeworpen voor iemand zelf. Men ziet zichzelf overal in het middelpunt. En dat is oneindig noodzakelijk, want van deze dagen, waar je alles ziet wat voor jou vruchtbaar is geworden, gaat die innerlijke sterkte en kracht uit die je nodig hebt in het hele leven tussen dood en een nieuwe geboorte om nu de Ik-gedachten vast te kunnen houden. Want men heeft de kracht om het Ik tussen dood en wedergeboorte vast te kunnen houden te danken aan deze aanschouwing van het laatste leven; daaruit komt deze kracht eigenlijk voort.

Bron: Rudolf Steiner – GA 157a – Schicksalsbildung und  Leben  nach  dem  Tode – Berlin, 16 november 1915 (bladzijde 20)

Levenstableau, slaaptoestand, kamaloka

Als de mens door de poort van de dood gaat, beleeft hij gedurende korte tijd een terugblik op zijn gehele aardeleven. Dan volgt de tijd van een soort slaaptoestand. En de mens ontwaakt dan na enige maanden of jaren in het kamaloka. Het ontwaken in het kamalokaleven bestaat eruit dat we met drie maal zo hoge snelheid het aardeleven terugbeleven. En in het begin van het kamalokaleven verschijnt er voor ieder mens een zeer belangrijke gebeurtenis. Een spirituele individualiteit toont ons alles wat we zelfzuchtig gedaan hebben in het laatste leven, als een soort register van alles dat we gezondigd hebben. Hoe duidelijker u zich deze gebeurtenis voorstelt, hoe juister u het zich voorstelt: alsof werkelijk aan het begin van het kamalokaleven zo’n gestalte met de lijst van ons aardse leven voor ons staat. De meeste mensen die tot de Europese vorming behoren, ontwaren in deze gestalte Mozes.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das esoterische Christentum und die geistige Führung der Menschheit – Milaan, 21 september 1911 (bladzijde 46-47)

Eerder geplaatst op 11 maart 2016