De allereerste tijd na de dood  

De allereerste tijd na de dood verloopt zo dat men als in een groot tableau zijn zojuist afgelopen leven voor zich ziet. Men omvat in zekere zin in enkele dagen zijn vorige leven, maar altijd op zo’n manier dat het een geheel is, Men heeft het als in een groot panorama voor zich. Als men echter beter kijkt, dan blijkt dat deze dagen met hun terugblik op het vorige leven als het ware al een zekere nuance in de waarneming bevatten.

Men ziet als het ware het leven in deze dagen vanuit het gezichtspunt van het Ik, men ziet in het bijzonder alles waarbij ons Ik betrokken was. Men ziet de relaties die men met een mens heeft gehad, maar men ziet deze relaties met de mens in zo’n samenhang dat men zich bewust wordt van de vruchten die deze relatie met de mens voor jezelf heeft gedragen.

Men ziet de zaak dus niet geheel objectief, maar men ziet alles wat zijn vruchten heeft afgeworpen voor iemand zelf. Men ziet zichzelf overal in het middelpunt. En dat is oneindig noodzakelijk, want van deze dagen, waar je alles ziet wat voor jou vruchtbaar is geworden, gaat die innerlijke sterkte en kracht uit die je nodig hebt in het hele leven tussen dood en een nieuwe geboorte om nu de Ik-gedachten vast te kunnen houden. Want men heeft de kracht om het Ik tussen dood en wedergeboorte vast te kunnen houden te danken aan deze aanschouwing van het laatste leven; daaruit komt deze kracht eigenlijk voort.

Bron: Rudolf Steiner – GA 157a – Schicksalsbildung und  Leben  nach  dem  Tode – Berlin, 16 november 1915 (bladzijde 20)

2137194-HSC00001-32

PORTRET DOOR VINCENT-MICHEL DUPUID

Eerder geplaatst op 7 oktober 2020  (3 reacties)

Twijfel/Waarheid/Dwaling

Als u soms ook twijfel zou kunnen overvallen bij de gedachte: Er is wel een sterk licht aanwezig, maar ook een grote kans op vergissingen, hoe zal jij zwakke mens daarin de goede weg vinden? Hoe zul je kunnen onderscheiden, wat van de waarheid stamt en wat dwaling is? – Als zulk een gedachte in u opstijgt (Duits: in der Brust aufsteigt), kunt u versterking en kracht voelen door het devies: De waarheid zal het zijn dat de hoogste impuls voor de mensheidsontwikkeling zal geven, en de waarheid zal mij nader staan dan mijzelf. Stel ik mij zo in op waarheid en vergis ik mij hier in deze incarnatie, dan zal de waarheid de kracht hebben mij tot zich te trekken in de volgende incarnatie. Als ik mij eerlijk vergis in deze incarnatie, zal zich deze dwaling compenseren in de volgende. Het is beter zich eerlijk te vergissen dan oneerlijk dogma’s aan te hangen. En het woord zal voor ons oplichten: Niet door onze wil, wel echter door de goddelijke kracht van de waarheid zelf zal deze waarheid zegevieren.

Bron: Rudolf Steiner – GA 127 – Die Mission der neuen Geistesoffenbarung – Kopenhagen, 5 juni 1911 (bladzijde 180)

Christusimpuls

Als de mens zegt: Nu ja, ik kan ziek zijn, ik kan zwak zijn, ik kan sterven, maar van mijn ik uit kan ik mij sterker maken, kan ik iets in mijn organisme toevoeren wat mij sterkte, wat mij kracht geeft rechtstreeks uit de geestelijke werelden. – Hoe hij het noemt, is om het even. Als de mens tot dit gevoel komt, dan is hij door de Christusimpuls gegrepen. Niet degene die zegt dat hij iets kan ontvangen van een leraar die is gegaan van incarnatie to incarnatie, maar degene die voelt dat rechtstreeks uit de geestelijke wereld impulsen van kracht en sterkte kunnen komen, die is door de Christusimpuls gegrepen. Deze innerlijke ervaring kunnen de mensen maken, zonder deze zullen de mensen in de toekomst niet kunnen leven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Stockholm 16 april 1912 (bladzijde 129-130) (Overgenomen uit het onvolprezen Lexicon van Urs Schwendener http://www.anthrolexus.de/ )