De oneindig droevige gebeurtenissen van het vijfde post-Atlantische tijdperk

Al het onderricht, alle pedagogiek, al het menselijke onderwijs, maar ook het hele uiterlijke menselijke leven moet in de loop van het vijfde post-Atlantische tijdperk (1413-3573) met geestelijke inzichten doordrongen worden, en het moet ingezien worden dat wat tegenwoordig in materialistische kringen als wetenschap wordt beschouwd, geleidelijk aan met zijn consequenties voor het leven verdwijnen moet uit het leven van de aarde.

En alle strijd, die nog zal moeten worden doorstaan ​​in de vijfde post-Atlantische periode, zal slechts een uiterlijke uitdrukking zijn van een spirituele strijd, net zoals de huidige oorlog uiteindelijk ook een uiterlijke uitdrukking is van de tegenstelling tussen het materialisme en de geestelijke wereldbeschouwing. Want hoe de dingen ook verborgen zijn – achter de oneindig droevige gebeurtenissen van de huidige tijd ligt de strijd van het materialisme tegen de  geestelijke wereldbeschouwing.

Deze strijd moet worden uitgevochten. Het zal verschillende vormen aannemen, maar het zal moeten worden uitgevochten omdat mensen alles zullen moeten leren verdragen ​​wat noodzakelijk is te verdragen om de spirituele wereldbeschouwing voor de zesde post-Atlantische periode te verwerven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 174 – Zeitgeschichtliche  Betrachtungen – Das  Karma  der  Unwahrhaftigkeit – Zweiter Teil – Dornach, 15 januari 1917 (bladzijde 152)

Materialisme/Spiritualisme

Pas dan ziet men de wereld juist, wanneer men haar niet materialistisch, noch idealistisch ziet, maar als men in staat is om wat zich als materialistisch openbaart, ideëel te zien en wat zich als ideëel openbaart geheel materieel te kunnen volgen.

Het geestelijke van een wereldbeschouwing betekent niet dat men zegt: Dat is het lage materialisme, dat is voor het “schuim” (Duits: den Aussatz) van de mensheid; het idealisme dat is voor de uitverkorenen – waartoe de persoon die dit uitspreekt gewoonlijk zichzelf dan ook rekent -, maar het essentiële van een werkelijk spirituele levensbeschouwing bestaat erin dat deze spirituele wereldbeschouwing in staat is, met dat wat ze kan vatten in het geestelijke, onder te duiken in het materiële bestaan, om juist het materiële bestaan dan te begrijpen, zodat het begrepen en niet veracht wordt.

Dat is de grote vergissing van vele religieuze gezindheden, dat ze het materiële bestaan verachten, in plaats van het te begrijpen, in plaats van de geest erin te zoeken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 191 – Soziales Verständnis aus geisteswissenschaftlicher Erkenntnis – Dornach, 4 oktober 1919 (bladzijde 34-35)

Eerder geplaatst op 29 januari 2017

Materialisme/Spiritualisme

Pas dan ziet men de wereld juist, wanneer men haar niet materialistisch, noch idealistisch ziet, maar als men in staat is om wat zich als materialistisch openbaart, ideëel te zien en wat zich als ideëel openbaart geheel materieel te kunnen volgen.

Het geestelijke van een wereldbeschouwing betekent niet dat men zegt: Dat is het lage materialisme, dat is voor het “schuim” (Duits: den Aussatz) van de mensheid; het idealisme dat is voor de uitverkorenen – waartoe de persoon die dit uitspreekt gewoonlijk zichzelf dan ook rekent -, maar het essentiële van een werkelijk spirituele levensbeschouwing bestaat erin dat deze spirituele wereldbeschouwing in staat is, met dat wat ze kan vatten in het geestelijke, onder te duiken in het materiële bestaan, om juist het materiële bestaan dan te begrijpen, zodat het begrepen en niet veracht wordt.

Dat is de grote vergissing van vele religieuze gezindheden, dat ze het materiële bestaan verachten, in plaats van het te begrijpen, in plaats van de geest erin te zoeken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 191 – Soziales Verständnis aus geisteswissenschaftlicher Erkenntnis – Dornach, 4 oktober 1919 (bladzijde 34-35)

Partijmeningen

Het huidige menselijke denken, het tegenwoordige intellect ligt in een zodanige laag van het zijn, dat het de realiteiten niet bereiken kan. En daardoor kan men het ene bewijzen en het tegendeel bewijzen, zeer strikt het ene ding en het tegenovergestelde bewijzen. Het is vandaag de dag mogelijk aan de ene kant streng het spiritualisme te bewijzen en evenzo streng het materialisme te bewijzen. En men kan elkaar bestrijden met dezelfde goede standpunten, omdat het huidige intellectualisme in een bovenste laag van de werkelijkheid ligt en niet in de diepten van het zijn gaat. En zo is het ook met de partijmeningen. Wie dat niet doorziet, maar zich eenvoudig laat meenemen in een bepaalde partijkring door zijn opvoeding, overerving, door zijn politieke en andere levensomstandigheden, die gelooft, naar hij meent, oprecht aan de bewijskracht van wat in deze partij is, waarin hij is terechtgekomen, hineingeschlittert is, zoals men in de Duitse taal soms ook zegt. En dan, dan strijdt hij tegen een ander, die in een andere partij hineingeschlittert is. En de ene heeft netzogoed gelijk als de andere. En dit roept over de mensheid een chaos en verwarring af, die steeds groter en groter kunnen worden, als de mensheid dat niet doorziet.

Bron: Rudolf Steiner – GA 193 – Der innere Aspekt des sozialen Rätsels – Zürich 27 oktober 1919 (bladzijde 172-173)

Eerder geplaatst op 27 juli 2013

Partijmeningen

Het huidige menselijke denken, het tegenwoordige intellect ligt in een zodanige laag van het zijn, dat het de realiteiten niet bereiken kan. En daardoor kan men het ene bewijzen en het tegendeel bewijzen, zeer strikt het ene ding en het tegenovergestelde bewijzen. Het is vandaag de dag mogelijk aan de ene kant streng het spiritualisme te bewijzen en evenzo streng het materialisme te bewijzen. En men kan elkaar bestrijden met dezelfde goede standpunten, omdat het huidige intellectualisme in een bovenste laag van de werkelijkheid is en niet in de diepten van het zijn gaat. En zo is het ook met de partijmeningen. Wie dat niet doorziet, maar zich eenvoudig laat meenemen in een bepaalde partijkring door zijn opvoeding, overerving, door zijn politieke en andere levensomstandigheden, die gelooft, naar hij meent, oprecht aan de bewijskracht van wat in deze partij is, waarin hij is terechtgekomen, hineingeschlittert is, zoals men in de Duitse taal soms ook zegt. En dan, dan strijdt hij tegen een ander, die in een andere partij hineingeschlittert is. En de ene heeft netzogoed gelijk als de andere. En dit roept over de mensheid een chaos en verwarring af, die steeds groter en groter kunnen worden, als de mensheid dat niet doorziet.

Bron: Rudolf Steiner – GA 193 – Der innere Aspekt des sozialen Rätsels – Zürich 27 oktober 1919 (bladzijde 172-173)