Wat er ook altijd voor lelijkheid in de wereld is, er is altijd nog wel iets moois

Wat er ook altijd voor lelijkheid in de wereld is, er is altijd nog wel iets moois in het lelijke, in al het onware een korreltje waarheid, in al het slechte iets goeds. U hoeft helemaal niet kritiekloos te worden! Men vat het vaak alleen zo op dat men niets meer slecht zou mogen vinden enzovoort; het is echter zo bedoeld dat in al het lelijke altijd nog een korreltje schoonheid is en in iedere slechts iets goeds ligt. Dat stuurt de hogere krachten van de ziel opwaarts.

Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und Christus- Erkenntnis/Theosophie und Rosenkreuzertum – Kassel, 29 juni 1907 (bladzijde 191)

Eerder geplaatst op 9 augustus 2017  (4 reacties)

3da14a79e80c622c2629c1c09c6d74b2

Het beste kan de ergst denkbare uitwerking hebben

Uit zichzelf kan niets in absolute zin goed of slecht zijn. De manier waarop de mensen iets gebruiken, bepaalt of het goed of slecht is. Het beste kan de ergst denkbare uitwerking hebben, als de mensen het niet op de goede manier gebruiken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 193 – Der innere Aspekt des sozialen Rätsels: Luziferische Vergangenheit  und ahrimanische Zukunft – Bern, 4 november 1919 (bladzijde 195)

Vertaling H. Beran Muller van Brakel, overgenomen uit Luciferisch verleden, Ahrimanische toekomst (bladzijde 60)

Eerder geplaatst op 22 oktober 2012

Verschillende kanten

Op een grondige, energieke wijze leren denken zal de mens pas als hij door een spirituele wereldbeschouwing zich tot alzijdigheid ontwikkelt, als hij leert inzien, dat ieder ding van verschillende kanten moet worden beschouwd. Zelfs de levenspraktijk dwingt de mensen daartoe in het gewone leven. Als iemand zegt: Het vuur is weldadig -, dan heeft hij gelijk. Als iemand echter zegt: Het vuur is zeer schadelijk, want het verbrandt steden en dorpen -, dan is dat ook waar. De absolute zin: Het vuur is goed -, of: Het vuur is slecht -, geldt niet. Met betrekking tot het vuur leert de levenspraktijk al om deze twee kanten te erkennen.

Maar als datzelfde verlangd wordt voor wezens van de hogere werelden, bijvoorbeeld Lucifer en Ahriman, dan gaat men daar niet graag op in, maar men vraagt: Is Lucifer een goed of een slecht wezen, is Ahriman een goed of een slecht wezen? – De mensen willen definities hebben, die hen een antwoord op zulke vragen geven, en men ziet een antwoord als hoogst onbevredigend, dat zegt: Lucifer en Ahriman kunnen zowel goed als slecht zijn. Over het vuur vraagt men dat niet. Daar helpt ons de levenspraktijk om een onjuist oordeel in een juist oordeel om te zetten.

Bron: Rudolf Steiner – GA 150 – Die Welt des Geistes und ihr Hereinragen in das physische Dasein – Stockholm, 10 juni 1913 (bladzijde 86)

Begrip in plaats van kritiek

Men kan de mensen op twee manieren tegemoettreden: ofwel met begrip ofwel met kritiek. Wat is nu de werking daarvan? We kunnen hem verder helpen of niet. Men kan hem begrip tegemoet brengen, dat wil zeggen liefdevol in het wezen van de ander en op zijn zwakheden ingaan. We kunnen hem echter ook kritiseren (Duits: Tadeln = berispen, terechtwijzen, vermanen, afkeuren, veroordelen, beschuldigen, verwijten, laken, omlaaghalen, fel bekritiseren) en daarbij staan blijven. We zullen nu in beide gevallen het leven bekijken. Als veel gekritiseerd wordt, heeft dat een goed gevolg met betrekking tot degene die bekritiseerd geworden is? Het kan een gevolg hebben, de kritiek kan van nut zijn geweest of ook niet. Wie echter volgens gewoonte kritiseert, heeft ook een gevolg: een zeker gevoel van isolering, van alleen staan zal over de mensen komen. Vergelijken wij daarmee wat er gebeurt in een incarnatie als men liefdevol op de ander ingaat, ondanks zijn fouten. Het resultaat zal ook dan goed zijn of slecht, maar een gunstiger gevolg voor de ziel zal er zeker zijn. Wij kunnen hieruit leren dat het aan heel andere wetten onderworpen is, of men zogezegd bij kritiek staan blijft, of dat men voorschrijdt naar begrip. Kritiek kaatst namelijk terug op onszelf, schept nieuw karma; begrip echter is een schat die de ander dan in zich draagt, lost karma op, verzacht het, doet het teniet. Dat is een buitengewoon belangrijk gegeven voor het leven. We kunnen nu het resultaat van de waarnemingen samenvatten in een zin, die een diepe levenswaarheid is, namelijk dat men in feite zeer weinig in staat is zichzelf van nut te zijn (Duits: nützen), maar zichzelf zeer te schaden; dat men echter de anderen zeer tot voordeel kan zijn, – hen echter door eigen ondeugden weinig kan schaden. Dus door goed zijn kan men de anderen vooruit brengen (Duits: nützen); door slecht zijn zichzelf zeer veel schaden, de anderen echter blijvend niet veel schaden.

Bron: Rudolf Steiner – Beitraege 45 – Moral und Karma – Neurenberg 12 november 1910 (bladzijde 7-8)

Uit zichzelf kan niets in absolute zin goed of slecht zijn

Uit zichzelf kan niets in absolute zin goed of slecht zijn. De manier waarop de mensen iets gebruiken, bepaalt of het goed of slecht is. Het beste kan de ergst denkbare uitwerking hebben, als de mensen het niet op de goede manier gebruiken.

Bron: Rudolf Steiner – Luciferisch verleden, Ahrimanische toekomst – GA 193 – Bern  4 november 1919

Dit bericht plaatste ik eerder op 28 april 2011.