Vergeten van onaangename levenservaringen

Voor het ‘Ik’ betekenen herinneren en vergeten iets van geheel dezelfde aard als waken en slapen voor het astraallichaam. Zoals de slaap de zorgen en beslommeringen van de dag in het niets doet verdwijnen, spreidt het vergeten een sluier uit over de onaangename levenservaringen en wist zodoende een deel van het verleden uit. En evenals de slaap nodig is om de uitgeputte levenskrachten opnieuw te sterken, moet de mens bepaalde gedeelten van zijn  verleden uit zijn herinnering wegvagen, om vrij en onbevangen nieuwe ervaringen tegemoet te kunnen treden. 

Maar juist door dit vergeten wordt hij gesterkt tot het waarnemen van wat nieuw voor hem is. Men denke aan feiten zoals het leren schrijven. Alle details die het kind moet doormaken om te leren schrijven, worden vergeten. Wat overblijft,  is het vermogen om te schrijven. Hoe zou de mens kunnen schrijven, wanneer telkens bij het zetten van de pen op het papier al die ervaringen als herinnering in de ziel zouden oprijzen, die bij het leren schrijven moesten worden doorgemaakt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 13 – DIE GEHEIMWISSENSCHAFT IM UMRISS: Wesen der Menschheit – bladzijde 64

Deze vertaling is van F. Wilmar 

maxresdefault-4

De ingewijden van vroeger vinden in onze tijd geen geschikte omstandigheden

Iemand die een geestelijke scholingsweg volgt gaat er van uit dat hij niet meer zal verliezen wat hij eens gewonnen heeft, bvb. wanneer hij in een leven laat ons zeggen zijn gierigheid overwonnen heeft, dat hij dan in volgende levens vrijgevig zal zijn en aan andere karaktereenzijdigheden kan werken. Eens men het dan zover gebracht heeft dat men in een of ander leven ingewijd is geworden, dan zou men kunnen denken dat men in een volgend leven kan verder bouwen op dit resultaat en nog hogere graden van inwijding kan bereiken. In onze tijd schijnt dat niet het geval te zijn. Voor de gewone mens is het bijna onmogelijk om een vroegere ingewijde te herkennen, meer nog: vroegere ingewijden geven dikwijls in onze tijd de indruk van een beetje geschift te zijn! In de karma-voordracht (GA 235 – 23 maart) van 1924 waar Rudolf Steiner het o.m. over Garibaldi heeft, spreekt hij terug over het leren lezen en schrijven. – Francois de Wit.

“Nu kom ik terug op de vraag: waar zijn de ingewijden van vroeger ? Want het lijkt erop dat ze hier nu niet leven. Ja, beste vrienden, nu moet ik mij echt een beetje paradoxaal uitdrukken: indien er tegenwoordig een mogelijkheid bestond dat de mensen geboren werden op hun 17de of 18de jaar, dus dat ze direct 17 of 18 jaar oud zouden zijn wanneer ze uit de geestelijke wereld aankomen, of indien hun tenminste bespaard bleef om school te lopen op de manier zoals dat nu gebruikelijk is, dan zoudt u vaststellen dat in mensenlichamen van nu vroegere ingewijden kunnen incarneren. Maar evenmin als het voor een ingewijde mogelijk is -onder gewone aarde-omstandigheden- om zich te voeden met ijzer wanneer hij brood nodig heeft, evenmin is het mogelijk om de wijsheid uit een vergane tijd zonder meer over te planten zoals men dat verwacht in een lichaam dat tot zijn 17de, 18de jaar gevormd werd op de manier die de huidige beschaving met zich meebrengt. Dat is op de ganse wereld niet mogelijk, tenminste niet waar er beschaving is is het mogelijk. Daar zijn zaken mee gemoeid die buiten de horizon van een modern ontwikkeld mens liggen. Wanneer men zich, zoals dat nu gebruikelijk is, de tegenwoordige lees- en schrijfvaardigheden moet eigen maken vanaf zijn zesde, zevende levensjaar, dan is dat zo’n folter voor de ziel die zich wil ontwikkelen volgens haar bijzondere eigen aard, dat … ja, ik kan maar herhalen wat ik reeds in mijn levensbeschrijving gezegd heb: vele hindernissen (om helderziend te worden – fdw) heb ik kunnen opruimen dankzij het feit ik op mijn twaalfde nog niet zonder fouten kon schrijven, ik kon zelfs helemaal niet ordentelijk schrijven. Ik heb dat vermeld in mijn levensbeschrijving omdat het kunnen schrijven, zoals dat tegenwoordig verlangd wordt, bepaalde vermogens kapot maakt in de mens.

Zo paradoxaal is het nu eenmaal. Het is een waarheid. Er is niets aan te doen, het is een waarheid. En zo komt het dat juist hoog ontwikkelde individualiteiten uit het verleden wanneer ze reïncarneren eigenlijk alleen maar te herkennen zijn door iemand die let op kenmerken van de menselijke natuur die zich als gevolg van het tegenwoordige schoollopen meer achter dan ín de mens openbaren.”

Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – Erster Band – Dornach, 23 maart 1924 (bladzijde 203-204)

Vertaling overgenomen uit Tijdschrift De Brug – Trefwoord Ahriman – 24

Eerder geplaatst op 18 juli 2016  (6 reacties)

Over leren lezen en schrijven (3- Slot)

De pedagogische impulsen moeten aan het leven worden afgemeten. En dat is de essentie van onze pedagogiek, dat we het hele leven van het kind in gedachten hebben en dat we weten: als we het kind in het zevende, achtste jaar iets leren, dan moet het op een zodanige manier worden bijgebracht dat het met het kind meegroeit, dat het kind het in het dertigste, veertigste jaar nog heeft, dat men het hele leven er wat aan heeft.

Ziet u, het is zo dat juist de kinderen die perfect kunnen lezen en schrijven op achtjarige leeftijd met betrekking tot bepaalde innerlijke psychische gezondheidsimpulsen verkommeren. Ja, werkelijk verkommeren. Het is een groot geluk als men op de leeftijd van acht jaar nog niet zo kan lezen en schrijven als het tegenwoordig verlangd wordt. Het is een groot geluk voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid.

Bron: Rudolf Steiner – GA 298 – Rudolf Steiner in der Waldorfschule / Vorträge und Ansprachen für die Kinder, Eltern und Lehrer in der Waldorfschule Stuttgart 1919-1924 – Stuttgart, 9 mei 1922 (bladzijde 130)

Over leren lezen en schrijven (1 van 3)

U weet, we beginnen niet op dezelfde wijze met het leren van lezen en schrijven zoals dat tegenwoordig meestal gebeurt. Als we beginnen met het leren schrijven, ontwikkelen we de vormen van letters, die anders vreemd zijn voor het kind, vanuit een soort kunstzinnige activiteit, een kunstzinnig gevoel voor vorm, waar het kind zich met innerlijk welgevallen op richt. Onze kinderen komen daardoor er wat later toe om te leren schrijven en lezen, omdat, als men rekening houdt met de natuur van het kind, het lezen na het schrijven komen moet. 

Nu keren degenen die aan de oude opvattingen gewend zijn, zich hier tegen en zeggen: De kinderen leren daar veel later lezen en schrijven dan op andere scholen. – Waarom leert het kind op andere scholen eerder lezen en schrijven? Omdat men niet weet welke leeftijd goed is voor het leren lezen en schrijven. Eerst leggen we ons de vraag voor of het wel gerechtvaardigd is om te verlangen dat het kind al in het achtste jaar met een bepaalde vaardigheid moet kunnen lezen en schrijven.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 298 – Rudolf Steiner in der Waldorfschule / Vorträge und Ansprachen für die Kinder, Eltern und Lehrer in der Waldorfschule Stuttgart 1919-1924 – Stuttgart, 9 mei 1922 (bladzijde 129)

Geen vreugde en snel moe

Men ziet vaak mensen in het leven, en tegenwoordig zijn ze echt talrijker dan je denkt, die aan niets echt vreugde beleven, die vreselijk snel moe worden, die vroeg verouderen, in ieder geval psychisch verouderen, enzovoort. Men ziet niet duidelijk waar dit uit voortkomt. Het komt voort uit het feit dat het kind in het zesde, zevende, achtste jaar niet op de juiste wijze in schrijven en lezen onderwezen is. 

Wie de mensennatuur kent, weet dat een kind dat op de juiste manier heeft leren lezen, bij wie het niet is ingepropt (Duits: nicht eingepaukt, eingetrichtert worden ist) tot het zevende en achtste jaar, maar die op een juiste, natuurlijke manier heeft leren lezen en schrijven, en het daarom misschien wat later gedaan krijgt, die heeft door deze manier van leren lezen en schrijven een werkelijk goede gift voor het hele leven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 298 – Rudolf Steiner in der Waldorfschule – Vorträge und Ansprachen für die Kinder, Eltern und Lehrer in der Waldorfschule Stuttgart 1919-1924 – Stuttgart, 13 januari 1921 (bladzijde 74)